Les 2: IBO 10 - oktober 2023

IBO 10 - Les 2
1 / 44
next
Slide 1: Slide
DienstverleningMBOStudiejaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

IBO 10 - Les 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG
  • Check-in
  • De vorige les......
  • Van deze beroepsopdracht leer ik.....
  • Kerntaak en werkprocessen
  • Leerdoelen
  • Leskaart B10.2: Schoonmaken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe gaat ie?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

De ren-je-rot Quiz

Jullie krijgen dadelijk aan aantal quiz vragen met twee mogelijke antwoorden, A en B.
Weet jij het antwoord?
Ren zo snel mogelijk naar het vel (A of B) van jouw keuze.
Bij een fout antwoord val je af.
De winnaar is als eerste bij het laatste juiste antwoord.

De winnaar krijgt 5 minuten langer pauze!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

1. Over wel werkproces gaat IBO 10?

A: 'Voert ondersteunende dienstverlenende taken uit in werk-, woon- en leefomgeving'

B. 'Maakt (werk)ruimtes klaar voor gebruik'

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

2. Wat betekent dit gevaarsymbool?
A: Milieugevraarlijk

B: Bijtend

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

3. Wat betekent PBM
A: Persoonlijke Begeleiding Maatschappij

B: Persoonlijke BeschermingsMiddelen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

3. Als een kindje op jouw stageplek een beetje        drinkt van een poetsmiddel, dan.................

A: Hoef ik niets te doen een klein beetje is niet schadelijk.

B: Dan roep ik direct mijn leidinggevende, BHV-er of ervaren collega.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

4. Lean materialen verzamelen betekent 

A: Materialen verzamelen op een manier dat je geen tijd verspilt, zo weinig mogelijk loopt en geen fouten maakt.

B: Ergonomisch handelen bij het verzamelen van materialen.


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Van deze beroepsopdracht leer ik....
Deze beroepsopdracht gaat over de taken die jij uitvoert om een ruimte klaar te maken voor gebruik. Dit kan bij de cliënt thuis, maar ook bij een instelling zijn. Je maakt de ruimte schoon en zet altijd alle meubels op de juiste plek terug. Zo zorg je ervoor dat de cliënten de ruimte weer kunnen gebruiken.

Bij deze beroepsopdracht horen leskaarten. Op de leskaarten staat wat je moet weten en wat je moet kunnen om deze beroepsopdracht uit te voeren. Ook staat op de leskaarten welk gedrag erbij hoort. Eerst ga je oefenen met de juiste manier van werken. Daar gebruik je de leskaarten voor. Daarna ga je dit in de (echte) praktijk uitvoeren. Daar gebruik je de beroepsopdrachten voor.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Werkprocessen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Weten, kunnen, gedrag
  Wat moet ik weten? 

  Wat moet ik kunnen?

           Welk gedrag hoort daarbij?


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiden - uitvoeren - afronden
Het is belangrijk dat je je werk in een bepaalde volgorde doet. 

Eerst bereid je je werk voor. Dan ga je je werk uitvoeren. En aan het einde rond je je werk goed af.

Tijdens de proeve van bekwaamheid worden jullie ook beoordeeld op deze drie stappen. 

Slide 13 - Slide

Binnen het kwalificatiedossier wordt er gewerkt met de stappen: voorbereiden- uitvoeren en afronden. Hoe zien deze stappen er voor deze opdracht uit? (Even kort).... Hier op letten! Bij voorbereiding hoort ook het maken van een werkplanning.
Leerdoelen B-leskaarten
1. Ik maak ruimtes op de goede manier schoon, omdat ik de gouden schoonmaakregels ken;
2. Ik gebruik de juiste kleur microvezeldoekjes;
3. Ik gebruik microvezeldoekjes op de juiste manier;
4. Ik volg de juiste stappen bij het uitvoeren van de meest voorkomende schoonmaaktaken;
5. Ik werk ergonomisch.

 

Slide 14 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Leerdoelen V-leskaarten
1. Ik maak foutloos schoon, omdat ik de meest gemaakte schoonmaakfouten ken;
2. Ik volg het poetsschema bij schoonmaaktaken;
3. Ik werk op stage volgens de afspraken over ergonomisch werken;
4. Ik maak ramen op een veilige en juiste manier schoon.

Slide 15 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Rebus


  • Je krijgt van de docent een Rebus op papier.
  • Los de Rebus alleen op.
  • Ben je klaar? Meld je bij de docent.
  • Als de Rebus goed is krijg je een nieuwe opdracht. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

V- studenten

  • Begin met leskaart V10.7: schoonmaken
  • Lees alle tekst door
  • Maak opdrachten 57 en 58

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Gouden schoonmaakregels
Om een ruimte klaar te maken, begin je met het schoonmaken van de ruimte. Er zijn veel verschillende schoonmaaktaken die je moet uitvoeren op jouw werk. Bij het uitvoeren van de schoonmaaktaken is het belangrijk om te letten op de ‘gouden schoonmaakregels’. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

B-studenten:
Werk samen met een andere student. Maak opdracht 8 en 9.

Klaar? Geef het aan mij door. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Noem de gouden
schoonmaakregels

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

Gouden schoonmaakregels
  • Werk van boven naar beneden
  • Werk van schoon naar vies
  • Werk van droog naar nat
  • Werk naar de deur
  • Zet het meubilair en de eigendommen op de juiste plaats  terug

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Schoonmaakregels

Slide 22 - Slide

Tijdens het schoonmaken werk je in een vaste volgorde. Hierdoor zorg je ervoor dat je dingen die je hebt schoongemaakt opnieuw vies maakt. Deze regels zorgen voor een vaste volgorde.
Soorten vuil
Droog of losliggend vuil
Vuil dat je met het blote oog kunt zien liggen. Dit vuil is vrij eenvoudig te verwijderen door te vegen, af te stoffen of te stofzuigen. Je hebt hiervoor niet echt water nodig. Bijvoorbeeld: stof, zand, haren, papier, broodkruimels.

Aangehecht vuil
Het is heel belangrijk om aangehecht vuil zo snel mogelijk te verwijderen. Hoe sneller je erbij bent, hoe meer kans je hebt op succes. Bij aangehecht vuil denken we aan vingerafdrukken, aanslag van thee en koffie, modder, bloed en andere vlekken. Dit kan het best worden verwijderd door middel van water en schoonmaakmiddel. door te dweilen, te boenen of te schrobben.

Onzichtbaar vuil
Dat kunnen we met het blote oog niet waarnemen en bestaat uit micro-organismen. Deze bevinden zich overal: zowel op sanitair, geld, keukenmateriaal, als in de lucht en op het menselijk lichaam. Het verwijderen hiervan noemen we desinfecteren en gebeurt met een ontsmettingsmiddel. Door onze omgeving schoon te houden, voorkomen we besmetting. Bijvoorbeeld: bacteriën en schimmels.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Microvezeldoekjes
Bij veel verschillende schoonmaaktaken maak je gebruik van microvezeldoekjes.
Een microvezeldoek is een doek of doekje gemaakt van speciale stof. De naam zegt het eigenlijk al; het textiel is opgebouwd uit hele kleine vezels van polyester en nylon. Dit zijn als het ware kleine weerhaakjes die vuil kunnen weg schrapen.
Een microvezeldoek wordt zo gemaakt, dat er veel ruimte is voor vocht, vet en vuil tussen de microvezels. Microvezeldoekjes worden in het huishouden gebruikt bij het schoonmaken. Nog een voordeel van dit soort schoonmaakdoekjes, is dat je geen tot weinig schoonmaakmiddel hoeft toe te voegen bij het schoonmaken.

In de professionele schoonmaak worden verschillende kleuren microvezeldoekjes gebruikt. Elk doekje moet voor een bepaalde schoonmaaktaak gebruik worden. Zo wordt er hygiënisch gewerkt.


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

B-studenten:
Werk samen met een andere student. Maak opdracht 10,11 en 12.

Klaar? Geef het aan mij door. 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Meest voorkomende fouten
bij het schoonmaken

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Meest voorkomende fouten bij het schoonmaken:
1. Wc-borstel meteen terugplaatsen

Het advies is om regelmatig (het liefst na ieder gebruik) de wc-borstel af te spoelen en hem minstens vijf minuten te laten drogen, voordat je hem terug zet in de houder. Zo krijgen bacteriën minder kans om zich te verspreiden.
2. Ramen zemen op een zonnige dag
Als het warm is, drogen schoonmaakproducten en water sneller op. Hierdoor krijg je vlekken op je ramen. Hierdoor zien de ramen er vettig uit en dat wil je natuurlijk niet hebben.

Het woordje ‘te’ is nooit echt positief, gebruik daarom nooit té veel schoonmaakmiddel. Het ruikt misschien wel lekker, maar door te veel schoonmaakmiddel te gebruiken, beschadig je vaak je meubels en het laat alles plakken. Vaak is een klein drupje wel genoeg.
4. Oude spons of vaatdoekje gebruiken
Een spons kun je beter maar twee of drie keer gebruiken, want anders is het gewoonweg een bron van bacteriën. Je kunt de spons voor gebruik het beste even een minuutje in de magnetron doen en zodra hij begint te stinken: meteen weggooien. Een vaatdoekje kun je op 60 graden wassen in de wasmachine.
5. Schoonmaken zonder handschoenen
Schoonmaakmiddelen tasten je handen ontzettend aan door alle chemicaliën die er in zitten. Je kunt daarom beter rubberen handschoenen gebruiken bij de schoonmaak. En voor de vrouwen onder ons: je wilt je nagels natuurlijk ook mooi houden, door overmatig gebruik van schoonmaakmiddelen worden je nagels broos. Handschoenen aan dus!
6. Verkeerde volgorde
Hup! Beginnen en dan ben je er vanaf. Helaas werkt het zo niet helemaal, je dient wel van tevoren een béétje na te denken waar je eerst begint. Zo is de regel: eerst stoffen en dan stofzuigen. Maar wat dacht je van het afstoffen? Als je met een doekje van links naar rechts gaat en weer terug, zit het stof alsnog precies op dezelfde plek. Je kunt dus beter in een S- of Z- vorm stoffen, zo krijg je een veel schoner oppervlak.
Zeg eens, maak jij je weleens schuldig aan een van deze misstappen?











Slide 27 - Slide

This item has no instructions

3. Overmatig gebruik van schoonmaakmiddel:
Door te veel schoonmaakmiddel te gebruiken, beschadig je vaak je meubels en het laat alles plakken. Vaak is een klein drupje wel genoeg.
4. Oude spons of vaatdoekje gebruiken
Een spons kun je beter maar twee of drie keer gebruiken, want anders is het gewoonweg een bron van bacteriën. Je kunt de spons voor gebruik het beste even een minuutje in de magnetron doen en zodra hij begint te stinken: meteen weggooien. Een vaatdoekje kun je op 60 graden wassen in de wasmachine.
5. Schoonmaken zonder handschoenen
Schoonmaakmiddelen tasten je handen ontzettend aan door alle chemicaliën die er in zitten. Je kunt daarom beter rubberen handschoenen gebruiken bij de schoonmaak. En voor de vrouwen onder ons: je wilt je nagels natuurlijk ook mooi houden, door overmatig gebruik van schoonmaakmiddelen worden je nagels broos. Handschoenen aan dus!
6. Verkeerde volgorde
Denk aan de gouden schoonmaakregels

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

Werkt er iemand van jullie in de professionele schoonmaak, bedrijf? Herkenbaar kleuren doekjes?

Vooral in professionele schoonmaak!

Proeve van bekwaamheid ook op gelet. Sommige bedrijven niet deze kleuren, dat kan. 

Waarom zijn deze kleuren doekjes er?
Schoonmaakplanning
Vorige periode heb je geoefend met schoonmaken. 
Je krijgt op stage ook altijd wel taken waarbij je moet schoonmaken. Het is goed als je hierbij zelf initiatief toont. 
Niet alles wordt elke dag schoongemaakt. Soms is er een schema op stage wanneer bepaalde dingen schoongemaakt moeten worden, soms ook niet. 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

V- studenten

  • Maak opdrachten 59 tot en met 64
  • Lees alle tekst goed door
  • Vul de woordenlijst in

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Stappenplannen schoonmaaktaken
Om een ruimte schoon te maken voer je veel verschillende taken uit. Welke taken je precies uitvoert is afhankelijk van de ruimte. Want maak je een keuken klaar voor gebruik of een badkamer? Of maak je een activiteitenruimte klaar voor gebruik? Het kan zijn dat je moet stofzuigen en dweilen. Maar ook het sanitair of de wc’s poetsen kunnen een werktaak zijn. Als je een ruimte klaar moet maken voor een activiteit of vergadering, voer je weer andere taken uit.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

B-studenten, Opdracht 13
De groep wordt verdeeld in 5 kleinere groepen. Iedere groep kiest een taak. Je kunt kiezen uit de volgende taken:
1. Stofzuigen;2. Vloer moppen of dweilen; 3. Sanitair schoonmaken; 4. Toilet poetsen; 5. Ruimte schoonmaken voor een activiteit of vergadering.
Maak een PowerPoint presentatie. Beschrijf in de presentatie wat jouw taak inhoud. Beschrijf wat je voor jouw taak moet doen aan voorbereiding, uitvoering en afronding. Denk aan de schoonmaakmiddelen en schoonmaakmaterialen die jij nodig hebt. Laat ook een duidelijk stappenplan zien. Dus wat moet je doen en in welke volgorde.
Voeg afbeeldingen toe die jouw uitleg ondersteunen.
We bespreken de PowerPoint presentaties in de klas.





Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

B-studenten:
Maak opdracht 14.

Klaar? Geef het aan mij door. 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

B-studenten, opdracht 15
Werk samen met een andere student. Eén student gaat nu zelf oefenen met het vouwen van microvezeldoekjes. De student gaat zijn eigen tafel schoonmaken. Pak het microvezeldoekje van de juiste kleur en vouw deze voor de start goed. Nu ga je de opdracht uitvoeren. De andere student kijkt goed wat er gebeurd en geeft aan het einde een top en een tip.
 
Hierna ruilen jullie van rol.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Ergonomisch werken
Het is belangrijk om ergonomisch te werken tijdens het uitvoeren van jouw werk. Dit betekent dat je ervoor zorgt dat je geen pijn krijgt in je lichaam. Je kunt dat op verschillende manieren doen:
- De juiste materialen kiezen om mee te werken;
- De juiste houding aannemen tijdens je werk;
- Gebruik maken van transportmiddelen tijdens het inrichten van een ruimte.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Praktijkopdracht:  Ergonomisch werken
  • Je werkt in tweetallen aan deze opdracht en je gaat iets schoonmaken. 
  • Je docent vertelt je wat je gaat schoonmaken. 
  • Je gaat expres een verkeerde houding aannemen hierbij. 
  • Met andere woorden, je werkt met opzet niet ergonomisch. 
  • Je medestudent moet aangeven wat je fout doet en hoe je het beter kunt doen. 
  • Jullie wisselen elkaar af. 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions

Praktijkopdracht: Ramen wassen
Je gaat samen met andere studenten ramen wassen. Luister goed naar de instructie van jouw docent.
Denk aan de volgende dingen:
- Verzamel de juiste materialen;
- Zorg er voor dat je lean werkt (Bijvoorbeeld: alle materialen in één keer verzamelen, voer alleen dat uit wat gevraagd is, werk goed samen, werk foutloos en gebruik maar een beetje schoonmaakmiddel);
- Denk aan de veiligheid voor je zelf en aan de veiligheid van anderen;
- Werk ergonomisch.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen B-leskaarten behaald?
1. Ik maak ruimtes op de goede manier schoon, omdat ik de gouden schoonmaakregels ken;
2. Ik gebruik de juiste kleur microvezeldoekjes;
3. Ik gebruik microvezeldoekjes op de juiste manier;
4. Ik volg de juiste stappen bij het uitvoeren van de meest voorkomende schoonmaaktaken;
5. Ik werk ergonomisch.

 

Slide 42 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Leerdoelen V-leskaarten behaald?
1. Ik maak foutloos schoon, omdat ik de meest gemaakte schoonmaakfouten ken;
2. Ik volg het poetsschema bij schoonmaaktaken;
3. Ik werk op stage volgens de afspraken over ergonomisch werken;
4. Ik maak ramen op een veilige en juiste manier schoon.

Slide 43 - Slide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Poll

This item has no instructions