H2 Spelling - vervoeging van Engelse werkwoorden - 7 september

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Afspraken
  • Zorg dat je op tijd bent!
  • Mobieltjes altijd in de 'tas' voor in de klas.
  • Binnen is beginnen - leg je boek, schrift en pen op tafel.
  • Vragen? Steek je hand op en wacht tot je de beurt krijgt.
  • We luisteren naar elkaar!
  • Fouten maken mag, daar leer je van.

Slide 2 - Slide

Doel van deze les


Je leert over de spelling van Engelse werkwoorden in de Nederlandse taal



Slide 3 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

Tweede uur:
- Uitleg vervoeging Engelse werkwoorden
- Zelf aan de slag
- Lezen in je leesboek

Slide 4 - Slide

Engelse werkwoorden
  • Engelse werkwoorden vervoeg je zoveel mogelijk als Nederlandse werkwoorden!
    Je gebruikt dezelfde regels.


  • Engelse werkwoorden hebben soms een afwijkende ik-vorm:
paintball, delete, race (vanwege de uitspraak)
scoor, promoot -(vanwege de o-klank)

Slide 5 - Slide

Vervoegen van Engelse werkwoorden
  • Engelse w.w. vervoeg je als Nederlandse zwakke w.w.

  • Stam: -en van het w.w. afhalen, soms laat je de -e staan.
Vb. e-mailen - e-mail, relaxen-relax, racen-race, timen-time

  • In de tegenwoordige tijd: stam, stam +t of stam +en

Slide 6 - Slide

Vervoegen van Engelse werkwoorden

  • Bij de verleden tijd en voltooid deelwoord: 't (e)x-fokschaap
Vb. mixen - ik mix , hij mixt , ik mixte , ik heb gemixt
gamen - ik game , hij gamet , ik gamede , ik heb gegamed
  • Als de uitgang van een woord op een klinker eindigt, krijg je een d bij de verleden tijd en het voltooid deelwoord
    Vb. 

Slide 7 - Slide

Vervoegen Engelse werkwoorden

Slide 8 - Slide

Spelling van Engelse werkwoorden - blz. 66
Engelse werkwoorden vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden:

Slide 9 - Slide

Zelf aan de slag met spelling van Engelse woorden

- Maak opdracht 1 - blz. 66. Kies indien mogelijk voor
tegenwoordige tijd.
- Schrijf alleen het vervoegde werkwoord op.
- Ben je klaar? Maak dan ook op opdracht 2 - blz. 65
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Antwoorden opdracht 1 - blz. 66 

Slide 11 - Slide

Zelf aan de slag met spelling van Engelse woorden

- Maak opdracht 2 - blz. 66. 
Noteer eerst de juiste werkwoordsvorm:
  • pvtt - persoonsvorm tegenwoordige tijd
  • pvvt - persoonsvorm verleden tijd
  • vd - voltooid deelwoord
- Ben je klaar? Maak dan ook op opdracht 3 - blz. 67
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Antwoorden opdracht 2 - blz. 67

Slide 13 - Slide

Zelf aan de slag met spelling van Engelse woorden

- Maak opdracht 3 - blz. 66. 
Ga uit van de STAM en niet van de IK-VORM

- Ben je klaar? Maak dan ook op opdracht 4 - blz. 67
Opdracht 3 en 4 zijn huiswerk voor vrijdag!
timer
5:00

Slide 14 - Slide

Antwoorden opdracht 3 - blz. 67

Slide 15 - Slide

Antwoorden opdracht 4 - blz. 67 
1 Evert crosst op zijn mountainbike over het smalle bospad.
onjuist – Het moet zijn crost; de extra s is niet nodig voor de uitspraak.
2 Van haar spaargeld heeft Marieke in de herfstvakantie uitgebreid geshopt.
juist – De p zit in het ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p en de extra p is niet nodig voor de uitspraak.
3 Christine showdt vol trots haar nieuwe outfit aan haar vriendin.
onjuist – Het moet zijn showt: ik-vorm + t.


Slide 16 - Slide

Antwoorden opdracht 4 - blz. 67 
4 Flirte jij vrijdagavond zonder blikken of blozen met de broer van Simon?
onjuist –  (ovt) Het moet zijn flirtte: ik-vorm + te.
5 In de kantine van de korfbalclub werd enthousiast gebingoot.
onjuist – Het moet zijn gebingood: als de uitgang op een klinker eindigt, krijg je een d bij de vt en het vd.
6 Niet iedereen wordt graag getagd in een foto op Facebook.
juist – De g zit niet in het ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p.


Slide 17 - Slide

Huiswerk (vrijdag)
Leer de theorie:
- Spelling van leenwoorden - blz. 64
- Vervoeging van Engelse werkwoorden - blz. 66

Maken:
- Opdracht 3 en 4 - blz. 67

Slide 18 - Slide

Je kunt / weet ...
Hoe je Engelse werkwoorden correct schrijft in de Nederlandse taal. 

Slide 19 - Slide

Pak je leesboek en ga lekker lezen

Slide 20 - Slide