LJ 1 3.2 Dieren - LJ2 3.2 De bloedsomloop

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Biologie Hoofdstuk: 3.2
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

LJ 1: Pak je boek van biologie en laat deze nog even dicht op tafel liggen.

LJ 2: Lees de theorie op van blz. 166 t/m 170 goed door. Maak daarna alvast de samenhang op blz. 175.

Huiswerk controle. 

2. Lesdoel

Aan het einde van de les:

- Kun je bij dieren verschillende vormen van symmetrie beschrijven;

- Kun je bij dieren verschillende typen skelet beschrijven;

- Kun je kenmerken en voorbeelden noemen van zes groepen dieren.

Leergebiedoverstijgende doel:

Reflecteren:

- Kijk je eigen werk na en corrigeer waar mogelijk

- Beoordeel of je de juiste prioriteiten hebt gesteld en geef aan welke gevolgen dit heeft voor je planning. 

3. Arrangementen + mini-check

 Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): niemand

Iedereen doet mee met de mini-check. 

Hoe noemen we het wanneer je iets op meerdere manieren in gelijke helften kunt verdelen?

1. Niet symmetrisch
2. tweezijdig symmetrisch
3. veelzijdig symmetrisch

In het dierenrijk zijn er twee soorten skeletten.
Welke twee?

Welk van deze groepen heeft als kenmerk: veelzijdig symmetrisch?

1. Sponsdieren
2. Weekdieren
3. Neteldieren
4. Gewervelden

Wie maakt wat? 

Had je de vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 1 t/m 4 op blz 164 t/m 166.

De rest doet mee met de instructie. 

kenmerken

Symmetrie

Voorwerpen (of dieren) die

je in twee gelijke helften kunt

verdelen.

• Tweezijdig symmetrisch
• Veelzijdig symmetrisch
• Niet symmetrisch

Skeletten

• Uitwendig skelet
• Inwendig skelet
• Geen skelet 

Indeling van dieren

Sponsdieren

Neteldieren

Weekdieren

Geleedpotigen

Stekelhuidigen

Gewervelden 

Kijk even mee op blz 162 en 163 voor de kenmerken per groep!

Vertakkingschema 

5. Begeleid inoefenen

Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check --> 

Dan maken we samen opdracht 1 en 2.

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz 164 t/m 166.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna maak je de inzichtsvragen van paragraaf 3.2 

1. Lesopening

LJ 2: Pak je boek van biologie en laat deze nog even dicht op tafel liggen.

Huiswerk controle. 

2. Lesdoel

Aan het einde van de les:

- kun je de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies

- Kun je in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en anders benoemen

- Kun je de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies

Leergebied overstijgende doelen:

Reflecteren:

- Kijk je eigen werk na en corrigeer waar mogelijk

- Beoordeel of je de juiste prioriteiten hebt gesteld en geef aan welke gevolgen dit heeft voor je planning. 

3. Arrangementen + mini-check

 Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Bregje

Je maakt opdracht 1 t/m 4 op blz 170 t/m 172

De rest doet mee met de mini-check. 

Hoort het hart bij het bloedvatenstelsel?

1. ja
2. nee

Is dit bloedvat een ader, haarvat of slagader?

1. Slagader
2. Haarvat
3. Ader

De kleine bloedsomloop gaat naar…

1. Alle organen in het lichaam
2. De longen

Sleep de woorden naar de juiste plek

kleine bloedsomloop

rechterkamer

zuurstofarm

grote bloedsomloop

linkerkamer

rechterboezem

linkerboezem

zuurstofrijk

Wie maakt wat? 

Had je 3 of 4 vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 1 t/m 4 op blz 170 t/m 172

De rest doet mee met de instructie. 

Bloedvaten 

welke typen bloedvaten zijn er?

1. Slagaders
2. Aders
3. Haarvaten

Bloedvaten

Slagaders:

Weg van het hart, naar de organen toe

Haarvaten:

Kleine, dunne bloedvaten

Aders:

Weg van de organen, naar het hart toe

Haarvaten

Zijn zo dun dat ze maar uit een cellaag bestaan.

Slagaders

2: Bepaal of het een slagader of een ader is

(controlewoord: Hart slagader)

             Slagader                 -                   Ader

De bloedsomloop

Dubbele bloedsomloop:

- Kleine bloedsomloop >> Longen

- Grote bloedsomloop >> Lichaam

5. Begeleid inoefenen

Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check --> 

Dan maken we samen opdracht 2.

6. Zelfstandig werken

LJ 1 - Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz 164 t/m 166.

LJ 2 - Je maakt nu zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz 170 t/m 172

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna maak je de inzichtsvragen van paragraaf 3.2 

7. Evaluatie LJ1

Hoe ging de les?

Zijn er nog onderdelen die je lastig vindt?

Lesdoel:

- Kun je bij dieren verschillende vormen van symmetrie beschrijven?

- Kun je bij dieren verschillende typen skelet beschrijven?

- Kun je kenmerken en voorbeelden noemen van zes groepen dieren?

7. Evaluatie LJ2

Hoe ging de les?

Zijn er nog onderdelen die je lastig vindt?

Lesdoel:

- kun je de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies?

- Kun je in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en anders benoemen?

- Kun je de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies?

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk LJ1: 

Maandag 19 december 

3.2 opdracht 1 t/m 4 

Huiswerk LJ2: 

Maandag 19 december

3.2 opdracht 1 t/m 4 

Toetsen LJ1: 

Toetsen LJ2: