8 1 24 Circulatiestelsel 1B

Circulatiestelsel
Learnbeat: hoofdstuk 6
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Circulatiestelsel
Learnbeat: hoofdstuk 6

Slide 1 - Slide

Het circulatiestelsel is een belangrijk stelsel, welke ervoor zorgt ervoor dat alle organen via de bloedstroom worden voorzien van noodzakelijke stoffen en dat afvalstoffen worden afgevoerd. 

De hartfunctie is een vitale functie.

Slide 2 - Slide

Transportfunctie
Het circulatiestelsel is een transportsysteem. Het systeem bestaat uit een pomp(het hart) en een buizenstelsel (de bloedvaten). 

Zuurstof (O₂) en voedingsstoffen --> naar alle cellen in het lichaam  Koolstofdioxide (CO₂) en andere afvalstoffen--> van de cellen weg


Slide 3 - Slide

Ligging van het hart 
  • Medische term hart: Cor
  • Grote holle spier
  • Bevindt zich in de borstkas (thorax)
  • Het hart klopt in rust ± 60-70 keer
     per minuut 
  • 4-5 liter bloed per minuut 

Slide 4 - Slide

Bouw van het hart 
Hartruimtes: twee Boezems (atria)
en twee kamers (ventrikels)

Slagaders: lichaamsslagader 
(aorta) en longslagader (arteria pulmonalis)

Aders: holle aders (vena cava) en
longaders

4 hartkleppen





Slide 5 - Slide

De hartwand 
  • De binnenbekleding van het hart (endocard):
  • Het hartspierweefsel (myocard)
  • Het hartzakje (pericard)

Slide 6 - Slide

Filmpje Learnbeat!

Slide 7 - Slide

Systole (bovendruk)
Diastole (onderdruk)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Opdracht:
Vul de juiste onderdelen van het hart- en vaatstelsel in op de juiste plek.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Bloedvaten
Een volwassene met een gemiddelde lichaamsbouw heeft ongeveer 5 liter bloed. Ons lichaam heeft een uitgebreid vaatstelsel om dit bloed te vervoeren. 

Er zijn 3 soorten bloedvaten: 
  • slagaders (arteriën)
  • aders (venen)
  • haarvaten (capillairen)

Slide 14 - Slide

Slagaders
  • Bloed van het hart -> naar de organen 
  • Hoge druk
  • Elastische gespierde wand
  • Zuurstofrijk
(Arterie)

Slide 15 - Slide

Aders
  • bloed vanaf de organen -> naar het hart
  • Lagere druk  
  • Tegen de zwaartekracht in -> klepjes
(Vene)

Slide 16 - Slide

Haarvaten
  • Dunne wand -> Makkelijke stofwisseling
  • Haarvatennet -> in of op elk orgaan
(capillairen)

Slide 17 - Slide

Poortaders
De poortader verbindt de maag, dunnedarm en dikkedarm met de lever. Alle verteerde voedingsstoffen die vanuit het spijsverteringsstelsel in het bloed terecht komen worden via de poortader eerst richting de lever vervoerd. Via de leverader komen de opgenomen voedingsstoffen pas in de bloedcirculatie terecht. De poortader is zuurstofarm maar bevat regelmatig veel voedingsstoffen.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Wat weten we nu eigenlijk allemaal?

Slide 20 - Slide

Wat is de medische term voor het 'hart'?
A
Atrium
B
Hepar
C
Cor
D
Cardioloog

Slide 21 - Quiz

Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 22 - Quiz

Wat is nummer 1?
A
Rechter boezem
B
Rechter kamer
C
Linker boezem
D
Linker kamer

Slide 23 - Quiz

Wat is nummer 2?
A
Rechter boezem
B
Rechter kamer
C
Linker boezem
D
Linker kamer

Slide 24 - Quiz

Hoeveel kleppen bevinden zich in een hart?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 25 - Quiz

Ader
Slagader
Haarvat
Arteriën
Venen
Capillairen

Slide 26 - Drag question

Aders
Slagaders
Haarvaten
Naar het hart toe (meestal zuurstofarm)
Van het hart af (meestal zuurstofrijk)
Kleinste bloedvaten, geeft voedingsstoffen af

Slide 27 - Drag question

Het hart is een zeer sterke pomp, hij pompt.....liter bloed rond per minuut.
A
3 tot 4 liter
B
4 tot 5 liter
C
5 tot 6 liter
D
6 tot 7 liter

Slide 28 - Quiz

De wanden van haarvaten zijn zo dun dat het bloed gemakkelijk opgenomen kan worden door een orgaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Welk deel van het hart is het meest gespierd?
A
Boezems
B
Kamers

Slide 30 - Quiz

Vul in:
Het bloed uit de poortader komt vanuit ..1..
en het bloed is ..2...
A
1. het spijsverteringskanaal 2. zuurstofarm
B
1. lever 2. zuurstofrijk
C
1. lever 2. zuurstofarm
D
1. het spijsverteringskanaal 2. zuurstofrijk

Slide 31 - Quiz

Welke vraag zou je graag nog beantwoord willen hebben?

Slide 32 - Open question

Geef vanochtend een cijfer:
010

Slide 33 - Poll