23 11 22 Beroepscode en circulatiestelsel

1 / 43
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat weten we nog van...
De ontwikkelingspsychologie

Slide 2 - Slide

Wat betekent 'ontwikkelingspsychologie'?

Slide 3 - Open question

Wat betekent 'rijping'?

Slide 4 - Open question

de kleur van je ogen is een voorbeeld van ...
A
Nature
B
Nurture
C
Zelfbepaling

Slide 5 - Quiz

De opleiding die je nu op het mbo volgt is een voorbeeld van ...
A
Nature
B
Nurture
C
Zelfbepaling

Slide 6 - Quiz

Een scheiding van ouders is een voorbeeld van ...
A
Nature
B
Nurture
C
Zelfbepaling

Slide 7 - Quiz

Baby/zuigeling
Kleuter 
Adolescent 
Peuter
Puber
0 - 1 jaar
2 - 4 jaar
4 - 6 jaar 
16 - 21 jaar 
12 - 16 jaar

Slide 8 - Drag question

Welke vier ontwikkelingsgebieden kennen we?

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Circulatiestelsel
Zorgpad: hoofdstuk 6

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Ligging van het hart 
  • Grote holle spier
  • Bevindt zich in de borstkas (thorax)
  • 4-5 liter bloed per minuut 

Slide 20 - Slide

Bouw van het hart 
hartruimtes: twee boezems (atria)
en twee kamers (ventrikels)

slagaders: lichaamsslagader 
(aorta) en longslagader

aders: holle aders en longaders

4 hartkleppen





Slide 21 - Slide

De hartwand 
  • De binnenbekleding van het hart (endocard):
  • Het hartspierweefsel (myocard)
  • Het hartzakje (pericard)

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Opdracht:
Vul de juiste onderdelen van het hart- en vaatstelsel in op de juiste plek.

Slide 26 - Slide

Bloedvaten
Een volwassene met een gemiddelde lichaamsbouw heeft ongeveer 5 liter bloed. Ons lichaam heeft een uitgebreid vaatstelsel om dit bloed te vervoeren. 

Er zijn 3 soorten bloedvaten: 
  • slagaders (arteriën)
  • aders (venen)
  • haarvaten (capillairen)

Slide 27 - Slide

Slagaders
  • Bloed van het hart -> naar de organen 
  • Hoge druk
  • Elastische gespierde wand
(Arterie)

Slide 28 - Slide

Aders
  • bloed vanaf de organen -> naar het hart
  • Lagere druk  
  • Tegen de zwaartekracht in -> klepjes
(Vene)

Slide 29 - Slide

Haarvaten
  • Dunne wand -> Makkelijke stofwisseling
  • Haarvatennet -> in of op elk orgaan
(capillairen)

Slide 30 - Slide

Poortaders
De poortader verbindt de maag, dunnedarm en dikkedarm met de lever. Alle verteerde voedingsstoffen die vanuit het spijsverteringsstelsel in het bloed terecht komen worden via de poortader eerst richting de lever vervoerd. Via de leverader komen de opgenomen voedingsstoffen pas in de bloedcirculatie terecht. De poortader is zuurstofarm maar bevat regelmatig veel voedingsstoffen.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Opdracht 
Maak een zo volledig mogelijk stappenplan van de bloedsomloop. Begin bij de kleine bloedsomloop: 

Stap 1. Het zuurstofarme bloed komt via de longslagader binnen in de rechterboezem van het hart. 
Stap 2. De klep tussen de rechterboezem en -kamer (tricuspidalisklep) opent zich en ...
Stap 3. ... 

Slide 34 - Slide

Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 35 - Quiz

Wat is nummer 1?
A
Rechter boezem
B
Rechter kamer
C
Linker boezem
D
Linker kamer

Slide 36 - Quiz

Wat is nummer 2?
A
Rechter boezem
B
Rechter kamer
C
Linker boezem
D
Linker kamer

Slide 37 - Quiz

Wat is de latijnse naam voor het hartzakje?
A
Pericard
B
Myocard

Slide 38 - Quiz

Het hart is een zeer sterke pomp, hij pompt.....liter bloed rond per minuut.
A
3 tot 4 liter
B
4 tot 5 liter
C
5 tot 6 liter
D
6 tot 7 liter

Slide 39 - Quiz

De wanden van haarvaten zijn zo dun dat het bloed gemakkelijk opgenomen kan worden door een orgaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quiz

Welk deel van het hart is het meest gespierd?
A
Boezems
B
Kamers

Slide 41 - Quiz

wat is een belangrijk kenmerk van haarvaten
A
ze hebben dunne half doorlaatbare wanden
B
vervoeren het bloed naar het hart toe
C
ze hebben dikke wanden
D
ze hebben kleppen

Slide 42 - Quiz

Geef vanochtend een cijfer:
-110

Slide 43 - Poll