Les - Conflicthantering

Thema 9 - Hoofdstuk 22

Conflictsituaties en conflicthantering
1 / 53
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 9 - Hoofdstuk 22

Conflictsituaties en conflicthantering

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 22 - Conflictsituaties
22.1 Inleiding
22.2 Wat is een conflict
22.3 Soorten conflicten
22.4 Verschijningsvormen van conflicten
22.5 Conflicthanteringsstijlen
22.6 Omgaan met conflicten


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Is de manier van omgaan met conflicten effectief of niet-effectief?

A
Effectief
B
Niet effectief

Slide 4 - Quiz

Thema 9
Je kent verschillende soorten conflicten. Inhoudelijk, sociaal emotioneel en qua belangen.

Je kunt conflicten oplossen in drie stappen


Slide 5 - Slide

Kennis ophalen praktijk
De docent verdeeld de klas in groepen - Je werkt in groepen van 3/4 en zoekt de volgende begrippen op. Maak een mindmao 

overlevingsreactie (vechten - vluchten - (be)vriezen (freezing)
soorten conflicten
conflicthanteringsstijlen
assertief reageren
sub-assertief reageren
organisatie crisis
persoonlijke crisis
verdedigingsmechanisme

Je maakt de praktijksituatie en levert deze in.


timer
20:00

Slide 6 - Slide

Nakijken en opdrachten maken
Praktijksituatie maken in je groep en nakijken

Thema 9 opdrachten 
9.19 | 9.20 | 9.21 | 9.22

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Conflicten

Slide 9 - Slide

Conflict

"We spreken van een conflict wanneer een of meerdere mensen een verschillende opvatting hebben over een bepaald onderwerp en het daarover niet eens kunnen worden"


Het effect hoeft niet altijd negatief te zijn.

Wanneer is een conflict positief?


Slide 10 - Slide

Kenmerken van een conflict
  1. Mensen hebben verschillende gevoelens en behoeften. Het conflict is emotioneel beladen.
  2. Mensen willen elkaars mening niet begrijpen, hebben soms een stereotype beeld van elkaar.
  3. Gebeurtenissen uit het verleden spelen een rol in het escaleren van het conflict.
  4. De communicatie is zo verstoord dat mensen niet meer luisteren en enkel horen wat ze willen horen.
  5. Anderen (derden) worden bij het conflict betrokken

Bestudeer de theorie (22.3) blz. 304 - Geef voorbeelden van de volgende conflicten 

Slide 11 - Slide

Inhoudelijk conflict

Slide 12 - Slide

Belangenconflict

Slide 13 - Slide

Sociaal - emotioneel conflict

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Gaat het vaker over de inhoud of over de manier waarop?

Slide 16 - Slide

Bedenk een eigen voorbeeld?
Verschil man en vrouw?

Slide 17 - Slide

Welk soort conflict is het?
Conflict over het overnemen van een dienst.
A
Belangen
B
Inhoudelijk
C
Sociaal-emotioneel

Slide 18 - Quiz

Welk soort conflict is het?
Conflict waarin de een de ander verwijt geen vertrouwen te hebben.
A
Belangen
B
Inhoudelijk
C
Sociaal-emotioneel

Slide 19 - Quiz

Welk soort conflict is het?
Conflict waarin men het niet met elkaar een is over de juiste volgorde van handelen.
A
Belangen
B
Inhoudelijk
C
Sociaal-emotioneel

Slide 20 - Quiz

Welk soort conflict is het?
Conflict waarin de een de ander voor de voeten werpt er altijd de kantjes vanaf te lopen.
A
Belangen
B
Inhoudelijk
C
Sociaal-emotioneel

Slide 21 - Quiz

Welk soort conflict is het?
Conflict waarin de een de ander verwijt slordig te zijn omgesprongen met vertrouwelijke gegeven
A
Belangen
B
Inhoudelijk
C
Sociaal-emotioneel

Slide 22 - Quiz

Welk soort conflict is het?
Conflict waarin men met elkaar ruzie heeft over wie de leiding moet hebben.
A
Belangen
B
Inhoudelijk
C
Sociaal-emotioneel

Slide 23 - Quiz

Er zijn onzichtbare conflicten en zichtbare.
Dit soort conflict kan escaleren

A
Onzichtbaar conflict
B
Zichtbaar conflict
C
Allebei

Slide 24 - Quiz

Er zijn onzichtbare conflicten en zichtbare.
Je spreekt niet uit wat je dwars ligt en gaat het conflict uit de weg.

A
Onzichtbaar conflict
B
Zichtbaar conflict
C
Allebei

Slide 25 - Quiz

Er zijn onzichtbare conflicten en zichtbare.
Dit soort conflict kan de samenwerking in een groep verpesten.
A
onzichtbaar conflict
B
zichtbaar conflict
C
Allebei

Slide 26 - Quiz

Er zijn onzichtbare conflicten en zichtbare.
Dit conflict komt aan de oppervlakte.
A
Onzichtbaar conflict
B
Zichtbaar conflict
C
Allebei

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Is de manier van omgaan met conflicten effectief of niet-effectief?
Aanpassen en toegeven: conflict niet aangaan, wel erkennen dat sprake is van conflict.
A
Effectief
B
Niet effectief

Slide 29 - Quiz

Is de manier van omgaan met conflicten effectief of niet-effectief?

Onderhandelen en een compromis zoeken: samen met de andere partij een oplossing vinden waar beide partijen gedeeltelijk tevreden mee kunnen zijn.

A
Effectief
B
Niet effectief

Slide 30 - Quiz

Is de manier van omgaan met conflicten effectief of niet-effectief?
Ontlopen en vermijden: conflict vermijden, niet uitspreken wat je niet bevalt.
A
Effectief
B
Niet effectief

Slide 31 - Quiz

Is de manier van omgaan met conflicten effectief of niet-effectief?

Samenwerken en oplossen: het gesprek aangaan en samen vaststellen wat het probleem is en samen naar een oplossing toewerken.
A
Effectief
B
Niet effectief

Slide 32 - Quiz

Is de manier van omgaan met conflicten effectief of niet-effectief?

Vechten en forceren: je eigen belangen nastreven ten koste van de ander, je mening doordrukken
A
Effectief
B
Niet effectief

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

Aanpassen en toegeven staat genoemd als niet-effectieve conflicthanteringstijl.

Wanneer is aanpassen en toegeven wel een goede conflicthanteringstijl?
A
In situaties waarbij je na afweging het belang van de ander groter vindt dan dat van jezelf en bovendien inziet dat aanpassen en toegeven je ook iets zal brengen.
B
In situaties waarbij je na afweging het belang van jezelf groter vindt dan dat van de ander en bovendien inziet dat aanpassen en toegeven je ook iets zal brengen.

Slide 35 - Quiz

Bij welk type conflict is een compromis zoeken vooral mogelijk?
A
Belangenconflicten
B
Inhoudelijke conflicten
C
Sociaal-emotionele conflicten

Slide 36 - Quiz

Bij welk type conflict is een compromis zoeken vaak niet mogelijk?
A
Belangenconflicten
B
Inhoudelijke conflicten
C
Sociaal-emotionele conflicten

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Slide

Samen kijken
Aflevering rijdende rechter

https://www.npostart.nl/de-rijdende-rechter/KN_1679108


Slide 39 - Slide

Slide 40 - Link

Thema 9 -Hoofdstuk 22

Conflictsituaties en conflicthantering

Slide 41 - Slide

Bespreek de gebruikte wapens in conflicten. Welke herken je?

Slide 42 - Slide

Hoe voorkom conflicten? 



Beschrijf in tweetallen in het kort een situatie waarin sprake is van een conflict tussen 2 personen.
Let op: Beschrijf alleen het conflict en niet hoe betrokkenen het opgelost hebben. 

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

Korte herhaling - Wat weet je nog?

Slide 45 - Slide

Luisteren Samenvatten Doorvragen

Oordelen Meningen Advies

Niet Invullen Voor Een Ander

Open Eerlijk en Nieuwsgierig

Denk In Kwaliteiten
Gebruik LSD 

Laat je OMA thuis

Smeer NIVEAU

Wees een OEN

Maak je niet DIK

Slide 46 - Slide

Meike wil graag vanavond met haar vriendin naar de bioscoop maar omdat haar zakgeld op is kan dit helaas niet doorgaan. 
Meike dreigt haar woning in de fik te steken want ze kan niet nóg langer alleen in huis zitten. Ze móet eruit om zich beter te voelen.
Tijdens de groepsactiviteit verliest Ilse voor de derde keer met een bordspelletje. Ze is ontzettend gefrustreerd, eenmaal terug op haar kamer bonkt ze uit frustratie met haar hoofd tegen de muur.
Tim heeft zich deze week niet aan de afspraken gehouden waardoor hij niet op weekend verlof mag. Als hij hoort dat Douwe wel gaat wordt hij ontzettend kwaad en scheld Douwe uit. 
Secundaire
agressie
Doelgerichte
agressie
Zelfdestructieve
agressie 

Slide 47 - Drag question

Onder grensoverschrijdend gedrag verstaan we alle gedrag dat over de grenzen van het toelaatbare heengaat, zowel in wettelijke als in gevoelsmatige zin
A
waar
B
niet waar

Slide 48 - Quiz

Op naam van een medecliënt een abonnement afsluiten zonder zijn toestemming is een voorbeeld van..
A
emotioneel misbruik
B
mishandeling
C
discriminatie
D
uitbuiting

Slide 49 - Quiz

Kees is ontzettend boos op jou omdat jij zijn telefoon stuk hebt laten vallen.

Om Kees te kalmeren probeer je gebruik te maken van de STOP methode. Je luistert naar Kees zodat hij zijn emoties kwijt kan. Hij is ontzettend onbeschoft tegen jou maar dit negeer je maar. Je probeert opnieuw het gesprek aan te gaan maar je komt niet door de boosheid en zijn onbeschofte gedraag heen. Welke stap ben je vergeten?
A
Stoom afblazen
B
Tot orde roepen
C
Opnieuw beginnen
D
Passen bij herhaling

Slide 50 - Quiz

Onder de invloed van Haldol (medicatie) krijgt de cliënt een waan waarin hij jou wantrouwt en hij je gaat slaan. Dit is een vorm van...
A
frustratie agressie
B
doelgerichte agressie
C
pathologische agressie (situatie)

Slide 51 - Quiz

Je hebt je gehaast om op tijd te zijn, het regent en je bent nat. Als je op school aankomt, blijk je het eerste uur vrij te zijn. Je baalt want nu had je rustiger aan kunnen doen. Dit is..
A
frustratie agressie
B
doelgerichte agressie
C
pathologische agressie (situatie)

Slide 52 - Quiz

Opdrachten
Thema 9 opdrachten afmaken - 9.19 | 9.20 | 9.21 | 9.22

Slide 53 - Slide