8.3 Je bloed vervoert

8.3 Je bloed vervoert
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

8.3 Je bloed vervoert

Slide 1 - Slide

Sleep de stoffen naar de juiste plekken in de reactievergelijking van verbranding.
glucose
zuurstof
CO2
energie
water

Slide 2 - Drag question

Welke stoffen gaan de spier in bij nummer 3?
A
alleen stof 1
B
alleen stof 2
C
stof 1 en stof 2
D
geen van beide stoffen

Slide 3 - Quiz

Sleep de naman naar de juiste onderdelen 
Longblaasje
Luchtpijp
Keelholte
Brongiën 
Neusholte

Slide 4 - Drag question

Bij een adembeweging trekken de tussenribspieren en middenrifspieren samen.

Wat gebeurt hierdoor?


A
De borstkas wordt groter, je ademt in.
B
De borstkas wordt groter, je ademt uit.
C
De borstkas wordt kleiner, je ademt in.
D
De borstkas wordt kleiner, je ademt uit.

Slide 5 - Quiz

Hieronder staat een schematische tekening van een spiercel. Er gaan stoffen de spier in en uit. De spier kan hierdoor samentrekken

De stoffen 1 en 3 stellen zuurstof en water voor.
Hoe heten de stoffen 2 en 4?

Slide 6 - Open question

Wat is de functie van bloed?
A
Het rondbrengen van stoffen door het lichaam.
B
Het verteren van voedsel.
C
Het afbreken van giftige stoffen.
D
Een rode kleur aan je lichaam geven

Slide 7 - Quiz

Startopdracht:
Pak je boek en lees blz. 86, 87 en 88.



timer
4:00

Slide 8 - Slide

8.3 je bloed vervoert 
Leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven hoe je bloed stoffen vervoert
  • Je kunt drie soorten bloedvaten met hun kenmerken noemen

Slide 9 - Slide

Feiten over het bloedvatenstelsel
  • Volwassenen hebben tussen de 5 en 6 liter bloed in hun lichaam. 
  • Een baby ongeveer 400 ml.
  • Bloed vervoert voedingsstoffen en zuurstof naar de organen en voert afvalstoffen weg. 
  • Bij het vervoer zijn de stoffen opgelost in je bloed en is zuurstof vastgehecht aan de rode bloedcellen.

Slide 10 - Slide

Onderdelen van je bloed
  1. Bloedplasma: waterige deel, vervoert: voedingsstoffen, afvalstoffen, hormonen
  2. Bloedplaatjes: zorgen voor genezing van een wond: korstje 
  3. Bloedcellen: 
  • rode bloedcellen: vervoeren zuurstof
  • witte bloedcellen: vernietigen bacteriën en andere ziekteverwekkers  
  


Slide 11 - Slide

Rode bloedcellen
  • Vervoeren zuurstof
  • Hemoglobine kleurt bloed rood
  • Zuurstof bindt aan de hemoglobine

Slide 12 - Slide

Slagaders
  • Dikke gespierde wand
  • Hoge bloeddruk
  • Vervoeren bloed van het hart af naar andere organen
  • Zuurstofrijk (behalve in de longslagader)
  • Grootste slagader is de aorta

Slide 13 - Slide

Aders
  • Dunne wand
  • Lage bloeddruk
  • Vervoeren bloed terug naar het hart
  • Zuurstofarm (behalve de longader)
  • Hebben kleppen 

Slide 14 - Slide

Haarvaten
  • Dunne bloedvaatjes  
  • Wand is 1 cellaag dik
  • In organen 
  • Stoffen gaan in de haarvaten van het bloed naar de cellen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Overzicht bloedvaten
Slagaders
Haarvaten
Aders
Wand
Dik en gespierd
1 cellaag dik 
dunne wand 
Bloeddruk
Heel hoog
Heel laag
Laag
Zuurstofarm/ rijk
Zuurstofrijk
Zuurstofrijk
Zuurstofarm
Stroomrichting
Weg van het hart
In de organen
Naar het hart toe

Slide 17 - Slide

Verschil tussen de bloedvaten
Verschil tussen ader en slagader door de microscoop

Slide 18 - Slide

Samen maken vraag 10 werkboek

Slide 19 - Slide

Maken
Eerste 10 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 8.3
Maken: opdracht 1 t/m 13 

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf (8.1 t/m 8.3)

timer
10:00

Slide 20 - Slide

Zuurstof ''vliegt'' los rond in het bloed
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Aan welke stof/onderdeel bindt zuurstof zich in het bloed?
A
Bloedplasma
B
Bloedplaatjes
C
Hemoglobine
D
Witte bloedcellen

Slide 22 - Quiz

Welk bloedvat heeft de dikste wand?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvaten

Slide 23 - Quiz

Welk bloedvat heeft kleppen?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvaten

Slide 24 - Quiz

Wat is de functie van de kleppen in de aders?

Slide 25 - Open question

Startopdracht:
Beantwoord de volgende vraag in je schrift.
Ingeademde stofdeeltjes kunnen gezondheidsproblemen veroorzaken, zoals astma en bronchitis. Niet alle stof die ingeademd wordt bereikt de longen.

Leg uit waardoor niet alle ingeademde fijne stofdeeltjes in de longblaasjes terechtkomen. Herhaal de vraag in je antwoord!



timer
3:00

Slide 26 - Slide

Antwoord
Ingeademde stofdeeltjes kunnen gezondheidsproblemen veroorzaken, zoals astma en bronchitis. Niet alle stof die ingeademd wordt bereikt de longen.


Leg uit waardoor niet alle ingeademde fijne stofdeeltjes in de longblaasjes terechtkomen. 

Antwoord: Uit de uitleg moet blijken dat een deel van het ingeademde stof opgevangen wordt door de slijmvliezen in de luchtwegen.

Slide 27 - Slide

8.3 Je bloed vervoert
Leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven hoe stoffen vanuit het bloed bij je cellen komen. 
  • Je kunt bloedvaten op naam brengen in je lichaam. 

Slide 28 - Slide

Weefselvloeistof
1. zuurstofrijk bloed komt in de haarvaten.
2. Zuurstof 

Slide 29 - Slide

Naamgeving 
Bloedvat heet naar het orgaan waar het bloed naartoe of vanaf stroomt. 

Leverslagader: bloed stroomt naar de lever vanaf het hart

Leverader: bloed stroomt vanaf de lever naar het hart

Slide 30 - Slide

Uitzonderingen op de naamgeving
Aorta: grote slagader vanuit je hart, splitst in verschillende slagaders
Onderste holle ader: verzamelt bloed van alle organen uit je romp en benen
Bovenste holle ader: verzamelt bloed van de organen uit je hoofd, hals en armen
Poortader: Bloedvat tussen de darmen en de lever, bevat bloed rijk aan voedingsstoffen
Kransslagader/ader: Bloedvaten van je hart zelf.

Slide 31 - Slide

Uitwisseling van stoffen in de lichaamscellen
1. Slagaders vervoeren glucose en zuurstof naar de organen. 
2. Zuurstof laat in de haarvaten los van hemoglobine en komt, samen met glucose, in het bloedplasma
3. Bloedplasma lekt weg uit het bloed naar de tussencelstof via kleine gaten in de wand van de haarvaten. 
4. De cellen in omliggende weefsels nemen de zuurstof en glucose op voor verbranding.

Slide 32 - Slide

Opname van afvalstoffen door het bloed
  • Het bloed neemt ook afvalstoffen op uit de weefsels
  • Bijv. CO2 en water, maar ook alcohol en medicijnen.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 8.3
Maken: opdracht 1 t/m 13 

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf (8.1 t/m 8.3)

timer
8:00

Slide 35 - Slide

0

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video