2HVb boekenpitch + HW Kwizl

Welkom 2HVb
Taalvoutje

Zie je de fout hiernaast? 
Hoe zou jij de zin hiernaast corrigeren?

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Welkom 2HVb
Taalvoutje

Zie je de fout hiernaast? 
Hoe zou jij de zin hiernaast corrigeren?

Slide 1 - Slide

planning
  • 7 x boekenpitch (op tempo)
  • lesmateriaal in Teams
  • huiswerk 

Slide 2 - Slide

lesdoel
  • boekenpitch afgerond
  • herstart leesvaardigheid

Slide 3 - Slide

vijfde ronde boekenpitch

Slide 4 - Slide

Aan de slag
  • Ga naar Teams, lesmateriaal leesvaardigheid
  • maak in Kwizl 'toets' boerenbestaan

Slide 5 - Slide

Bedankt en tot de volgende les

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Tekstdelen en hun functies
Inleiding: de aandacht van de lezer trekken, het onderwerp introduceren
Middenstuk: meer informatie over het onderwerp geven (deelonderwerpen uitwerken: uitleg en/of voorbeelden geven, vragen beantwoorden enz.)
Slot: een samenvatting of een conclusie schrijven. Niets nieuws!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Leesstrategieën en functies
Verkennend lezen: je bekijkt de titel, plaatjes, tussenkopjes en evt. bron en leest de 1e alinea (inleiding). Bedenk dan waarover de hele tekst gaat (onderwerp).
Nauwkeurig lezen: je leest de hele tekst om hem te begrijpen. 
Zoekend lezen: je zoekt een bepaald woord, begrip of naam op. Soms verwijst een vraag ook naar een alinea.
Studerend lezen: je leest de hele tekst om hem te kunnen onthouden.

Slide 11 - Slide

Tekstdoelen
Informeren: je krijgt informatie over een onderwerp (waarover je nog niets/niet veel wist -> iets is nieuw)
Uitleg geven: je krijgt uitleg over hoe iets werkt, in elkaar zit of gebruikt moet/kan worden
Overtuigen: een schrijver wil zijn mening overbrengen op jou als lezer en dat je die zelfde mening hebt
Opiniëren: een schrijver wil je na laten denken over een onderwerp en je zelf een mening laten vormen
Overhalen (activeren): een schrijver wil dat je iets gaat doen, bijvoorbeeld kopen
Amuseren: een schrijver wil je vermaken

Slide 12 - Slide

Wat is het tekstdoel van de Donald Duck?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 13 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een recept voor bananencake?
A
amuseren
B
informeren
C
opiniëren
D
overtuigen

Slide 14 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een reclamefolder?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
opiniëren

Slide 15 - Quiz