AFP 2 Thema 5 (Hormoonstelsel 2)

AFP 1 - Les 1
Anatomie, Fysiologie, Pathologie 2 - 
Thema 5
1 / 49
next
Slide 1: Slide
AFPMBOStudiejaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

AFP 1 - Les 1
Anatomie, Fysiologie, Pathologie 2 - 
Thema 5

Slide 1 - Slide

Weekplanning
  • Herhaling AFP 1: De koolhydraatvertering, vetvertering en eiwitvertering
  • Thema 1: Bloedsomloop
  • Thema 2: Hart
  • Thema 3: Hart- en vaatziekten
  • Thema 4: Hormoonstelsel
  • Thema 5: Hormoonproductie en rollen
  • Herhalingsles

Slide 2 - Slide

Leerdoelen - T5 Hormoonstelsel
Hormoonstelsel
Jij:
  • Kunt uitleggen hoe hormonen worden geproduceerd, getransporteerd en kent hun werking in het lichaam.
  • Kunt uitleggen hoe hormonale regulatie werkt, inclusief negatieve feedbackmechanismen.
  • Kent de rol van hormonen in verschillende lichaamsprocessen zoals groei en voortplanting.


Slide 3 - Slide

Herhaling - T4 Hormoonstelsel

Slide 4 - Slide

Een zweetklier is een voorbeeld van een:
A
Exocriene klier
B
Endocriene klier

Slide 5 - Quiz

Een de schildklier is een voorbeeld van een:
A
Exocriene klier
B
Endocriene klier

Slide 6 - Quiz

De alvleesklier is een voorbeeld van een:
A
Exocriene klier
B
Endocriene klier

Slide 7 - Quiz

 Exocrien v.s. Endocrien
Endocrien
Geen afvoerbuis, maar geeft af aan bloed
Spijsverteringsklieren, traanklier, zweetklier
Exocrien
Met een afvoerbuis, 
geven af aan holtes
Hormoonstelsel

Slide 8 - Slide

Zet de organen met functies in de juiste volgorde:
Organen (hormoon 
productie)
Klieren (hormoon 
uitscheiding)
Bloed (hormoon 
vervoer)
Plaats van bestemming (hormoon 
aan de slag)
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4

Slide 9 - Drag question

Hormoonstelsel (endocriene systeem)
Organen  >  klieren   >   bloed  >   juiste plaats
Hormoonproductie         Hormoonuitscheiding    Hormoonvervoer       Hormonen doen hun werk
Hormoon =
Boodschappercel

Slide 10 - Slide

Noem 1 voorbeeld van een functie wat door een hormoon wordt gereguleerd

Slide 11 - Open question

Hormoonstelsel (endocriene systeem)
Functie: 
Het hormoonstelsel regelt allerlei lichaamsfuncties.
  • Temperatuur, bewustzijn, ademhaling, bloeddruk, hartslag, spijsvertering, slapen en voortplanting.
  • Reacties op lichamelijke en psychische stress.
  • De huishouding van water, suikers en zouten als natrium, kalium en calcium.
  • De groei en de ontwikkeling van allerlei organen en de seksuele ontwikkeling.

Slide 12 - Slide

Noem 4 hormoonproducerende organen:

Slide 13 - Open question

Endocriene organen
Hypofyse
Schildklieren
Bijnieren
Alvleesklier

Slide 14 - Slide

Beschrijf in 1 zin de functie van de hypofyse:

Slide 15 - Open question

Hypofyse functie
Hypofyse
1 cm doorsnede
"De aansturende computer"
  • De hypofyse stuurt de werking van een aantal hormoonproducerende klieren aan, zoals de bijnieren en de schildklier, bij vrouwen de eierstokken en bij mannen de zaadballen.

  • De hypofyse vormt zo de schakel tussen het centrale zenuwstelsel en het hormoonstelsel.

  • Er liggen hele kleine ‘eilandjes’ van hormoonproducerende cellen op, die elk een ander hormoon produceren of aansturen.

Slide 16 - Slide

Wat is de functie van "ADH Antidiuretisch hormoon"?
A
Stimuleert de schors van de bijnieren tot hormonen aanmaken
B
Stimuleert de schildklier tot hormonen aanmaken
C
Stuurt hormoon naar nieren, daar heeft het de functie voor regulatie urine.
D
Stimuleert de geslachtsklieren tot hormonen aanmaken

Slide 17 - Quiz

Hypofyse hormonen (7)
Hypofyse
1 cm doorsnede
"De aansturende computer"
Hormoon: ACTH (bijnierschorsstimulerend)
Functie: Stimuleert de schors van de bijnieren tot hormonen aanmaken

Hormoon: LH en FSH (Geslachtsklierstimulerend)
Functie: Stimuleert de geslachtsklieren tot hormonen aanmaken

Hormoon: Groeihormoon
Functie: Functioneert zelfstandig, stimuleert groei (kind en nieuwe aanmaak)

Hormoon: TSH Schilklierstimulerend hormoon
Functie: Stimuleert de schildklier tot hormonen aanmaken

Hormoon: Prolactine
Functie: Bij mannen en niet lacterende vrouwen geen functie, bij vrouwen met baby stimuleert het melkproductie

Slide 18 - Slide

Hypofyse hormonen (7)
Hypofyse
1 cm doorsnede
"De aansturende computer"
Hormoon: ADH Antidiuretisch hormoon 
Functie: Stuurt naar nieren, daar heeft het de functie voor regulatie urine. Werkt samen met bijnieren de bloeddruk.

Hormoon: Oxytocine
Functie: Stimuleert bevalling (samentrekken, weeën) en borstklieren. Hechtingshormoon moeder-kind, maar kan ook in andere relaties worden aangemaakt. 




Slide 19 - Slide

Maak de zin af: Wanneer er teveel T4 (Thyriocine) is, dan .........

Slide 20 - Open question

Schildklier functie
Schildklier
  • De schildklier produceert de hormonen T3 en T4. Deze schildklierhormonen regelen de stofwisseling in het lichaam. 

  •  In feite regelen de schildklierhormonen de snelheid van de stofwisseling. Hoe meer schildklierhormoon, hoe sneller de stofwisseling.

  • De schildklier wordt voor een belangrijk deel aangestuurd door de hypofyse
Direct boven het kuiltje in de hals

Slide 21 - Slide

Schildklier hormonen (3)
Schildklier
Direct boven het kuiltje in de hals
Hormoon: T3 (Tri-joodthyronine)
Functie: Sterk effect op stofwisseling, groei en reguleert metabolisme (energie inzet en verbruik)

Hormoon: T4 (Thyriocine)
Functie: Het grootste deel van T4 bind zich aan eiwitten en een deel zweeft vrij rond. Bij te veel T4 kan dit worden omgezet worden naar T3. 

Hormoon: Calcitonine
Functie: Activeert vit. D, reguleert calcium (botopbouw/afbraak)


Slide 22 - Slide

Waar in het lichaam bevinden zich de bijnieren?
Bijnieren

Slide 23 - Drag question

Bijnieren functie
Bijnieren
Liggen op de nieren
  • De bijnieren produceren diverse hormonen die nodig zijn om essentiële functies van het lichaam in stand te houden.

  • Denk hierbij aan de afbraak van voedingsstoffen, de reactie op stress en het evenwicht tussen water- en zout in het lichaam. 

  • De bijnieren worden aangestuurd door hormonen van de hypofyse.

Slide 24 - Slide

Wat is de functie van "Aldosteron"?
A
Helpt bij stressregulatie en laat de bloeddruk stijgen.
B
Rol bij ontstaan en sturen seksuele ontwikkeling, invloed op energieniveau, menstruatiecyclus
C
Stimulerende werking op ontsteking en rol bij immuunregulatie.
D
Reguleert natrium/kalium, invloed op bloeddruk

Slide 25 - Quiz

Bijnieren hormonen (5)
Bijnieren
Liggen op de nieren
Hormoon: Adrenaline 
Functie: Helpt het lichaam reageren op stress, verhoogt de hartslag, bloeddruk en alertheid. (Hij weet doordat de hersenen signaleren, doorgeven aan hypofyse en deze het doorgeven aan de bijnieren)

Hormoon: Nor-adrenaline 
Functie: Helpt ook bij stressregulatie, laat de bloeddruk stijgen, waardoor er meer en sneller bloed en zuurstof op de juiste plek komt. 

Hormoon: Cortisol
Functie:  Stimulerende werking op ontsteking en rol bij immuunregulatie. 


Slide 26 - Slide

Bijnieren hormonen (5)
Bijnieren
Liggen op de nieren
Hormoon: Testosteron/oestrogeen
Functie: Rol bij ontstaan en sturen seksuele ontwikkeling, invloed op energieniveau, menstruatiecyclus

Hormoon: Aldosteron 
Functie: Reguleert natrium/kalium, invloed op bloeddruk





Slide 27 - Slide

Voor welk hormoon geldt deze werking:
"Wanneer de bloedsuikerspiegel te hoog is stimuleert ........ om het af te voeren naar leven en spieren".
A
Insuline
B
Glucagon

Slide 28 - Quiz

Alvleesklier (eilandjes van de langerhans) functie
Alvleesklier eilandjes van de langerhans
(pancreas)
Zitten in de pancreas
  • De alvleesklier maakt onder andere het hormoon insuline aan, dat een rol speelt bij het op peil houden van de bloedsuikerspiegel. Dit wordt de hormonale oftewel endocriene functie van de alvleesklier genoemd. 

  • De alvleesklier reageert op de hoeveelheid suiker in het bloed. Is het suikergehalte verhoogd (bijvoorbeeld na een maaltijd), dan wordt er meer insuline aangemaakt en minder glucagon. 

  • Bij een te laag suikergehalte gaat de alvleesklier minder insuline produceren en meer glucagon.

Slide 29 - Slide

Alvleesklier (eilandjes van de langerhans) hormonen (2)
Hormoon:
Functie: 
Alvleesklier eilandjes langerhans
(pancreas)
Zitten in de pancreas
Hormoon: Glucagon
Functie: Opgeslagen suiker in lever en spieren komt vrij wanneer bloedsuikerspiegel te laag is. 

Hormoon: insuline
Functie: Wanneer de bloedsuikerspiegel te hoog is stimuleert insuline om 
het af te voeren naar leven en spieren. 


Slide 30 - Slide

Leerdoelen - T5 Hormoonstelsel
Hormoonstelsel
Jij:
  • Kunt uitleggen hoe hormonen worden geproduceerd, getransporteerd en kent hun werking in het lichaam.
  • Kunt uitleggen hoe hormonale regulatie werkt, inclusief negatieve feedbackmechanismen.
  • Kent de rol van hormonen in verschillende lichaamsprocessen zoals groei en voortplanting.


Slide 31 - Slide

Nieuw lesstof >T5 Hormoonstelsel
Je weet nu wat hormonen zijn, hoe en waar zij geproduceerd worden, maar nog niet hoe zij hun werk uitvoeren:

Slide 32 - Slide

Hormoonstelsel (endocriene systeem)
Organen  >  klieren   >   bloed  >   juiste plaats
Hormoonproductie         Hormoonuitscheiding    Hormoonvervoer       Hormonen doen hun werk
Hormoon =
Boodschappercel
Thema 5

Slide 33 - Slide

Homeostase
Homeostase
Het doel van het lichaam is om alles zo veel mogelijk in balans te houden. 

Hiervoor is goede communicatie nodig van het zenuwstelsel en het hormoonstelsel. 

Samen houden ze alle waarden in het lichaam in balans. 

Slide 34 - Slide

Communicatie zenuwstelsel & hormoonstelsel
Hypotalamus 
Houdt continu het lichaam en de homeostase in de gaten. Wanneer er iets uit balans raakt stuurt de hypothalamus hormonen naar de hypofyse

Hypofyse
Heeft een voor- en achterkwab. Beide kunnen doelorganen aansturen. Daarmee is het de hoofdaansturing voor de andere hormoonproducerende organen (Thema 4). 
Doelorganen 

Slide 35 - Slide

Communicatie zenuwstelsel & hormoonstelsel
Hypofyse - Achterkwab 
Geeft oxytocine  en ADH af.


Hypofyse - Voorkwab
Geeft LH/FSH, prolactine, ACTH, GH en TSH af. 

Eigen aansturing

Slide 36 - Slide

Communicatie zenuwstelsel & hormoonstelsel
Hoe komt ieder hormon in actie?
1 hormoon kan meerdere acties veroorzaken. 

Afhankelijk van het doelorgaan met bijbehorende doelcellen met receptoren, zorgt het hormoon voor een actie. 

Geen juiste receptor = geen actie.

Slide 37 - Slide

Negatieve terugkoppeling

Slide 38 - Slide

Wanneer wordt negatieve feedback ingezet?
Veel voorkomende manier van het bijsturen van processen in het lichaam. 


Dit zijn een aantal voorbeelden van negatieve feedback.

Slide 39 - Slide

Wat is positieve feedback?

Slide 40 - Slide

Wanneer wordt positieve feedback ingezet?
Unieke en zeldzame situatie
- Komt maar bij een paar processen voor
- Werkt als een gaspedaal, waarin een proces kort heel flink wordt bevorderd

Slide 41 - Slide

Hoe werkt negatieve feedback?
1. Oppikken van prikkels
2. Controleren van prikkels. Te hoog/te laag/precies goed?
Buiten de acceptabele waarden? Door naar effector
3. Uitvoerende partij, de effector, pakt het probleem aan.
4. Probleem verholpen?
Dan stopt de prikkel en valt 
deze cirkel van acties weg. 

Slide 42 - Slide

Hoe werkt negatieve feedback?
Niet 1, maar meerdere systemen zorgen voor het controleren van waarden, zodat als er 1 wegvalt het overgenomen kan worden en er geen gevaarlijke situatie ontstaat. 

Slide 43 - Slide

Voorbeeld: 
Negatieve feedback met het hormoon; insuline

Slide 44 - Slide

Voorbeeld: 
Negatieve feedback met het hormoon; insuline

Slide 45 - Slide

Voorbeeld: 
Negatieve feedback met het hormoon; insuline

Slide 46 - Slide

Voorbeeld: 
Negatieve feedback met het hormoon; insuline
Bij diabetes wordt hyperglycemie veroorzaakt door het regulatieprobleem

Slide 47 - Slide

Voorbeeld: 
Negatieve feedback met het hormoon; insuline

Slide 48 - Slide

Opdracht thema 5 hormoonstelsel
Maak voor jezelf een samenvatting voor thema 5 hormoonstelsel

Kies je eigen manier:

Slide 49 - Slide