3.2 Bloedsomloop

Bloedsomloop
1. Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
2.  Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
3.  Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Bloedsomloop
1. Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
2.  Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
3.  Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies

Slide 1 - Slide

Welke type bloedvaten kun jij noemen?

Slide 2 - Open question

de bloedvaten


- slagaders
-haarvaten
-aders

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slagader
- bloed stroomt van het hart af
- dikke elastische wand
- liggen diep in het lichaam
- De bloeddruk is hoog

Slide 5 - Slide

Aders
- stromen naar het hart toe
- dunnere wand
- liggen meer aan het oppervlak
- bloeddruk is laag
- heeft kleppen zodat het bloed niet terug stroomt. 

Slide 6 - Slide

Haarvaten
- hele lage bloeddruk
- makkelijke stofwisseling
- witte bloedcellen kunnen door de wand heen
- Liggen aan de oppervlak 
- hel dunne wand

Slide 7 - Slide

De bloedsomloop

Slide 8 - Slide

Bloedsomloop
- rood = zuurstofrijk bloed
- blauw = zuurstofarm bloed

- Grote bloedsomloop= hart - hele lichaam - terug naar hart
- Kleine bloedsomloop = hart - longen - hart

Dit is dus een dubbele bloedsomloop.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Warmte transport
- Warmte ontstaat bij verbranding in cellen
Veel beweging = veel verbranding = veel warmte
Bloedvaten in de huid worden wijder --> kleur van de huid wordt roder.

Slide 11 - Slide

Hoeveel bloedsomlopen heeft de mens?

Slide 12 - Open question

Waarom heet het de dubbele bloedsomloop?

Slide 13 - Open question

Hoe wordt een bloedvat gerepareerd?
A
Met de hulp van fibrinogeen
B
Met de hulp van rode bloedcellen
C
Met de hulp van voedingsstoffen
D
Met de hulp van bloedplaatjes

Slide 14 - Quiz

Deze bloedvaten hebben kleppen
A
Slagaders
B
Haarvaten
C
Aders

Slide 15 - Quiz

Deze bloedvaten zijn meestal zuurstof arm
A
slagaders
B
haarvaten
C
aders

Slide 16 - Quiz

bloedvat met de dunste wand
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat

Slide 17 - Quiz