lesweek 6 Schrijven 2.4 Verslag (1) + Taalverzorging Verleden tijd

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Dus wat gaan we doen?

• Herhalen verleden tijd
• Herhalen opbouw van een tekst (inleidng, middenstuke & kern)
• Nieuwe theorie: SCHRIJVEN 2. 4 Verslag

Wat weet je nog over:

- de persoonsvorm?

- het onderwerp?

- de stam?

Wat is de persoonsvorm in de zin?

Mehmet leest een leuk boek.

1. Mehmet
2. leest
3. een leuk boek

Wat is de persoonsvorm in de zin?

Mijn moeder mailt met de gemeente.

1. Mijn moeder
2. mailt
3. met de gemeente

Wat is de onderwerp in de zin?

Heb jij geld voor boodschappen?

1. Heb
2. jij
3. geld
4. voor boodschappen

Wat is de stam van leven

1. lev
2. leef

Wat is de goede vorm van het werkwoord?


Loan ..... de nieuwe film graag zien.

1. wil
2. wilt

Wat is de goede vorm van het werkwoord?


........ jij zelf je fietsband plakken?

1. Kun
2. Kan

Let op:

Deze werkwoorden hebben GEEN stam+t bij hij/zij of het...!

Het weer ..... met de dag. (veranderen)

De leerlingen ....... de vloer in de kantine. (schrobben)

Mijn ouders ..... mij bijna nooit. (straffen)

1. straften
2. strafden

Wat is een "sterk werkwoord"?

1. een werkwoord dat kracht betekent
2. een werkwoord dat in de verleden tijd hetzelfde klinkt
3. een werkwoord dat in de verleden tijd van klank verandert
4. een werkwoord dat je niet kunt vervoegen

'gaan' is een sterk werkwoord

1. waar
2. niet waar

'Werken' is een sterk werkwoord

1. waar
2. niet waar

Schrijven 2.4 Verslag

Extra uitleg EEN VERSLAG SCHRIJVEN

De vis

Kop

Romp

Staart

De indeling van het verslag.

De vis: de titel in de bovenste vin. Verdeling in kop, lijf en staart.

Wat schrijf je boven je tekst?

1. De inhoud van het verslag
2. De titel
3. Waar het verslag over gaat

Wat is het beste antwoord?

Wat schrijf je in de inleiding?

1. De inhoud van het verslag
2. De titel
3. Waar het verslag over gaat

Wat is het beste antwoord?

Wat schrijf je in de kern (middenstuk)?

1. De inhoud van je verslag
2. Een herhaling van de inleiding
3. Wat de lezer kan verwachten

Wat schrijf je in het slot?

1. Nieuwe informatie geven
2. Korte samenvatting
3. Vertellen wat de lezer kan verwachten

Ik weet nu hoe ik een lange tekst
moet schrijven

😒🙁😐🙂😃

Taalverzorging 2.2 Werkwoordspelling: verleden tijd - verkort programma (80% goed)

Schrijven: 2.4 Verslagen

opdr. 1 en 2

Aan de slag!

lesweek 6