1. Bekijk in tweetallen de titel, tussenkopjes, afbeeldingen etc.
2. Leerlingen A leest alle alinea's waar 'A' voor staat. Leerling B de 'B' alinea's.
3. Noteer voor elke alinea kort wat de hoofdgedachte is.
4. Wissel de informatie uit.
5. Maak samen een samenvatting van de volledige tekst.