Par 7.6_3V_2223

Par 7.6_3V_2223
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Par 7.6_3V_2223

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Agenda les
  • terugkoppeling leerdoelen par 7.1 en 7.
  • Leerdoelen par 7.6
  • uitleg par 7.6
  • Vragen over opgaven par 7.1 en 7.3?
  • Zelf aan de slag 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Herhaling leerdoelen par 7.1
  • Je kunt in eigen woorden menselijk kapitaal omschrijven
  • Je weet waarom rente de prijs van tijd is bij lenen en sparen en kunt de prijs van tijd berekenen  en beredeneren.
  • Je kunt in eigen woorden het verschil tussen nominale en reële rente omschrijven en kunt de reële rente berekenen.
  • Je kunt een indexcijfer berekenen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herhaling Leerdoelen par 7.3
  • Je kent de 3 verschillende oudedagsvoorzieningen en weet hoe die gefinancierd zijn.
  • Je kunt in eigen woorden het verschil tussen het omslagstelsel en het kapitaaldekkingsstelsel uitleggen.
  • Je kunt in eigen woorden omschrijven wat de vergrijzing voor invloed heeft op de 3 oudedagsvoorzieningen. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Leerdoel par 7.6
  • Je kunt rekenen met indexcijfers
  • Je kunt rekenen met het indexcijfer reële inkomen, indexcijfer nominaal inkomen en indexcijfer prijspeil. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Toetsstof toetsweek 3 Vwo
  • Alle paragrafen van hoofdstuk 6
  • Paragraaf 7.1, 7.3, 7.4 en 7.6

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Index cijfers berekenen
  • Hoe pak je dat ook alweer aan ? 
  • met een formule
  • met een verhoudingstabel

Slide 8 - Slide

mbv whiteboard een voorbeeld uitwerken
Indexcijfer Formule
Indexcijfer = nieuw getal : getal basisjaar x 100

Voorbeeld:
Loon basisjaar: 2000 euro
Loon nieuwjaar: 2500 euro
Indexcijfer = 2500/2000 x 100 = 125

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Indexcijfer berekenen met een verhoudingtabel
1. Vermenigvuldig de getallen die kruislings tegenover elkaar staan: 100 x 2500 = 250.000

2. Deel de uitkomst door het resterende getal: 250.000 / 2000 = 125

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


Wat is het indexcijfer van 2013?
timer
1:00
A
94
B
95
C
96
D
97

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Wat is het indexcijfer van 2016?
timer
1:00
A
101
B
102
C
103
D
104

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions


Wat is het indexcijfer van 2015?
A
90
B
91
C
92
D
93

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Via indexcijfer
Basisjaar is 2000 en indexcijfer is 100.
Indexcijfer 2010= waarde 2010/waarde basisjaar x 100= 18.000/12.000 x 100= 150
Dus stijging 50%

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Toelichting berekening indexcijfers:
Indexcijfer 2010 nominaal inkomen is berekend bij vraag a = 150 (=NIC)
Indexcijfer 2010 prijspeil > prijzen stijgen met 60% > = 160 (=PIC)
RIC= NIC/PIC x 100= 150/160 x 100= 93,75

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Toelichting berekening:
Als je dezelfde koopkracht wil behouden moet je nominale inkomen net zoveel stijgen als de prijzen. Dus met 60%.
12.000 x 0,6 = € 7.200 moet inkomen stijgen.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Zelf aan de slag
  • maak opgave 1 t/m 4 paragraaf 7.6 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions