§3.3 Atoomkernen en straling (deel 2)

Vandaag!
- Herhaling §3.3 (deel 1) (10 min)
- Nakijken huiswerk §3.2 (deel 2) en 3.3 (15 min)
- Uitleg §3.3 Begrijpen: activiteit en halveringstijd (15 min)
- Aan de slag met opgave (30 min)

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Vandaag!
- Herhaling §3.3 (deel 1) (10 min)
- Nakijken huiswerk §3.2 (deel 2) en 3.3 (15 min)
- Uitleg §3.3 Begrijpen: activiteit en halveringstijd (15 min)
- Aan de slag met opgave (30 min)

Slide 1 - Slide

§ 3.3 Atoomkernen en straling


Leerdoel:

Atoomkernen en straling: je weet het verschil tussen een alfa, beta en gamma straler. 

Slide 2 - Slide

Soorten kernstraling

- Alfa straling 

- Bètastraling

- Gammastraling

Slide 3 - Slide

Huiswerk §3.3

Leerroute 1:  3.3 Begrijpen – 54, 56, 57, 59, 60, 62, 63, 65

Leerroute 2:  3.3 Begrijpen – 54, 56, 57, 59, 60, 65
                           3.3 Beheersen – 66, 67

Huiswerk inleveren via opdrachten op ELO




Slide 4 - Slide

Alfa straling
Deze bestaat altijd uit 2 protonen en 2 neutronen.

Als een alfa deeltje wegschiet uit de kern mist het oude atoom dus twee protonen. Er ontstaat een nieuw atoom het nieuwe atoomnummer is dan -2.

Voorbeeld: Je hebt Uranium 238 met 92 protonen in de kern, dit veranderd naar thorium 234 met 90 protonen
92 protonen - 2 protonen = 90 protonen



Slide 5 - Slide

Bèta straling
Ontstaat  uit een neutron
die zich opsplitst in een
elektron en een proton.

Een bètadeeltje ontstaat vaak bij een teveel aan neutronen. Een neutron splits zichzelf dan in een proton en een elektron. Het elektron wordt uit de kern geschoten. In de kern is dan 1 extra proton ontstaan. Dus veranderd de stof.




Slide 6 - Slide

Stralingsdeeltjes

Slide 7 - Slide

§ 3.3 Atoomkernen en straling
Leerdoel:

Je kan het verschil uitleggen tussen bèta -min en bèta -plus verval. Je kan de formule E=mc^2 gebruiken.

Slide 8 - Slide

Bèta-plus en Bèta-min verval
Een isotoop kan een te kort of juist een overschot hebben aan neutronen.

Bèta-min verval: overschot aan neutronen

Bèta-plus verval: tekort aan neutronen







Slide 9 - Slide

Bèta-min verval

Slide 10 - Slide

Bèta-plus verval

Slide 11 - Slide

Bèta-plus en Bèta-min verval
In Isotoop kan een te kort of 
juist een overschot hebben 
aan neutronen







Slide 12 - Slide

notatie van deeltjes 

Slide 13 - Slide

vervalvergelijkingen
voor een vervalvergelijking geldt massabehoud en ladingbehoud: 
de som van massagetallen en atoomnummers links en rechts van de pijl zijn gelijk

Slide 14 - Slide

Isotopenkaart
Welk type verval past bij verschillende isotopen?

Slide 15 - Slide

maak deze opdrachten, 
overleggen mag als het niet lukt
timer
5:00

Slide 16 - Slide

Maak een foto van je gemaakte reactievergelijkingen

Slide 17 - Open question

energie bij kernreacties 
Bij het verval wordt een beetje massa omgezet in de energie

Met deze formule kun je berekenen hoeveel energie er vrjkomt

       
E = Energie in joule (J)
m = massa in kg
c = de lichtsnelheid (                  m/s)                                     voorbeeld: opdracht 76
E=mc2
3.0108

Slide 18 - Slide

keuze
- maken 67 t/m 77
- extra uitleg voor SO
- maken volgende opdrachten:


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Aan de slag! § 3.3

Leerroute 1:  Beheersen – 66, 67, 68, 69, 70, 71 , 72, 73, 74, 75

Leerroute 2:  Beheersen – 68, 69, 70, 71, 72, 73, 74, 75, 76, 77


Huiswerk inleveren via opdrachten op ELO




Slide 21 - Slide