Intro Havo 5 2024

1 / 31
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom in je examenjaar!
Examen scheikunde: vrijdag 23 mei 13:30-16:30 uur

Slide 2 - Slide

Deze les
  • Voorstellen/namenrondje
  • Hoe goed ben jij in scheikunde?
  • PTA, studieplanner, examenbundel, examenblad 
  • Herhaling hd 4 
  • Voorkennis hd 7 maken

  • Uitleg over onderwerpen die naar voren komen. 



Slide 3 - Slide

Regels
  1. Tijdens uitleg: niet kletsen, geen oortjes
  2. Alleen water drinken, niet eten in lokaal
  3. Tijdens scheikunde lessen werk je aan scheikunde en dus doe je geen ander vak en zit je niet niets te doen. 

Slide 4 - Slide

Neem je positie in het lokaal
  1. Hoe goed vind jij jezelf in scheikunde?
  2. Hoeveel doe je voor scheikunde?
  3. Hoe goed verwacht je te zijn in scheikunde vlak voor je eindexamen?

Slide 5 - Slide

Schrijf je antwoorden op het blaadje
  1. Hoe goed vind jij jezelf in scheikunde? onvoldoende-voldoende-goed
  2. Hoeveel doe je voor scheikunde? veel - weinig. Beschrijf wat je doet
  3. Hoe goed verwacht je te zijn in scheikunde vlak voor je eindexamen? onvoldoende-voldoende-goed
  4. Hoe goed beheers je de hoofdstukken uit havo 4? Geef een cijfer voor elk hoofdstuk. 
  5. Hoe leer jij voor scheikunde? Wat werkt voor jou?
  6. Hoe kan ik jou helpen naar jouw eindexamen? Wat heb jij nodig voor een voldoende?

Slide 6 - Slide

Samen bekijken
  • PTA havo 5
  • Studieplanner periode 1
  • Examenbundel
  • Examenblad 

Slide 7 - Slide

Toetsweek
Donderdag 17 oktober t/m vrijdag 25 oktober
Direct aansluitend herfstvakantie

Hd 4, 7 en 8. 


Slide 8 - Slide

Herhalen hd 4
Pak binas, schrift, pen, rekenmachine en een iPad bij de hand en log in op Lesson-up. 

Als er vragen komen die bij veel niet lukken, leg ik uit. Maak dan aantekeningen!

Slide 9 - Slide

O2
A
moleculaire stof
B
zout
C
metaal

Slide 10 - Quiz

NaCl
A
moleculaire stof
B
zout
C
metaal

Slide 11 - Quiz

Schrijf in je schrift
1. Maak de volgende vergelijking kloppend:
...NH4Cl + ...CaO2H2 →...CaCl+ ...NH+ ...H2O
2. Geef de kloppende reactievergelijking van de volledige verbranding van ethaan. 

Slide 12 - Slide

H2S
A
moleculaire stof
B
zout
C
metaal

Slide 13 - Quiz

Geef de systematische naam van:
H2S

Slide 14 - Open question

Onthoud
  • Regels voor o.a. naamgeving zijn anders per categorie (moleculair, zout of metaal)
  • Ook hoe een stof zich gedraagt is anders bij elke categorie. 
  • Bedenk dus altijd eerst in welke categorie een stof hoort. 

Slide 15 - Slide

Geef de naam van dit zout:
CaCO3

Slide 16 - Open question

Geef de verhoudingsformule van:
ijzer(III)nitraat

Slide 17 - Open question

Geef de verhoudingsformule van:
calciumchloride

Slide 18 - Open question

Geef de verhoudingsformule van:
natriumfosfaat

Slide 19 - Open question

Geef de systematische naam van:
Mg(OH)2

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Hydratatie
Ionen van een zout worden volledig omringd door watermoleculen. 

Slide 22 - Slide

Oplosvergelijkingen
Het oplossen van calciumnitraat 

                        (s)  -->  Ca2+ (aq) + 2 NO3- (aq)

--> Schrijf in je schrift de oplosvergelijking van calciumchloride
Ca(NO3)2
Ca(NO3)2

Slide 23 - Slide

Indampvergelijkingen
Omgekeerde van oplosvergelijkingen
2 NO3- (aq) + Ca2+ (aq) -->                      (s)

Geef de indampvergelijking van een oplossing van kaliumcarbonaat. Denk aan de toestandsaanduidingen. 
 
Ca(NO3)2

Slide 24 - Slide

Leg uit wat een zouthydraat is

Slide 25 - Open question

Geef de formule van kopersulfaatpentahydraat. De formule van kopersulfaat is CuSO4

Slide 26 - Open question

Hoeveel kristalwater kan 1 mol kobalt(II)chloride opnemen?
A
2
B
3
C
5
D
6

Slide 27 - Quiz

Het dubbelzout goethiet heeft de formule FeO(OH). Leid af welke lading het ijzerion heeft.

Slide 28 - Open question

Bereken de moraliteit van de chloride-ionen in een NaCL oplossing van 0,30 M.

Slide 29 - Open question

Bereken hoeveel gram natriumcarbonaat nodig is om 250 mL van een 1, 30 M Na2CO3-oplossing te maken.

Slide 30 - Open question

Vragen hd 4?
Heb je nog vragen? This is the moment!
Kijk hoofdstuk 4 eventueel nog een keer door. 

Klaar?
Aan de slag met 'Voorkennis' van hd 7. 
Dit is huiswerk voor donderdag. 

Slide 31 - Slide