a Een scheidbaar werkwoord is een werkwoord dat uit twee delen bestaat. Soms staat het werkwoord bij elkaar, en soms vind je delen van het scheidbare werkwoord op twee verschillende plekken in de zin.
b Bij het werkwoordelijk gezegde horen ook de woorden ‘te’ en ‘aan het’, en wederkerende voornaamwoorden. Ook werkwoordelijke uitdrukkingen horen in hun geheel bij het gezegde.
e Je kunt het meewerkend voorwerp vinden door te vragen: ‘Aan of voor wie of wat + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?’
f Een bijwoordelijke bepaling kun je vinden door te zoeken naar zinsdelen die antwoord geven op vragen zoals: waarom, wanneer, hoe lang, waar(heen), met wie/wat?