V3 Grammatica 3 zinsdelen deel 2


Welkom v3t!


Grammatica 3
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Welkom v3t!


Grammatica 3

Slide 1 - Slide

MEDEDELING

Neem volgende week voor de taaltoets een opgeladen laptop en je oortjes mee!

Slide 2 - Slide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Huiswerkopdracht nakijken (opdr. 1 grammatica 3)
  3. Wat is er blijven hangen van vorige les?
  4. Grammatica 3: zinsdelen deel 2
  5. Afsluiting en vooruitblik

Slide 3 - Slide

10 minuten lezen

Slide 4 - Slide

Opdracht 1 nakijken
a persoonsvorm: leverde / onderwerp: zij / werkwoordelijk gezegde: leverde in
b persoonsvorm: vind / onderwerp: ik / werkwoordelijk gezegde: vind
c persoonsvorm: liep / onderwerp: hij / werkwoordelijk gezegde: liep
d persoonsvorm: noemde / onderwerp: de politicus / werkwoordelijk gezegde: noemde
e persoonsvorm: rekende / onderwerp: de wiskundedocent / werkwoordelijk gezegde: rekende

Slide 5 - Slide

Welke twee soorten ontleden onderscheiden we?

Slide 6 - Mind map

Een zinsdeel is een stukje van een zin.

Maar hoe weet je dan of iets één zinsdeel is?
A
Het heeft als geheel dezelfde functie.
B
Het blijft in elke volgorde bij elkaar (als de betekenis niet verandert).
C
Het kan voor de persoonsvorm.
D
Alle antwoorden (A, B en C).

Slide 7 - Quiz

Waar of niet waar? Elk zinsdeel dat begint met aan of voor is een meewerkend voorwerp. Leg je antwoord uit.

Slide 8 - Open question

Ik heb een hekel aan zinnen ontleden.

Wat is 'heb ontleden' voor zinsdeel?
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
C
persoonsvorm

Slide 9 - Quiz

Je kunt met die app gemakkelijk 1 gigabyte ruimte vrijmaken in het geheugen van je smartphone.

Wat is 'met die app' voor zinsdeel?

A
onderwerp
B
bijwoordelijke bepaling
C
meewerkend voorwerp
D
lijdend voorwerp

Slide 10 - Quiz

Ik weet dat niet.

Wat is 'dat' voor zinsdeel?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 11 - Quiz

Er wordt je regelmatig een vraag ter bevestiging gesteld.

Wat is 'je' voor zinsdeel?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 12 - Quiz

Ze zeggen weinig onder het eten.

Wat is 'onder het eten' voor zinsdeel?
A
meewerkend voorwerp
B
naamwoordelijk gezegde
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 13 - Quiz

De hond lag toen in de tuin te slapen.

Wat is 'toen' voor zinsdeel?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 14 - Quiz

Ontleed onderstaande zin.

Die persoon moet veel fantasie hebben.
A
pv ond lv wwg
B
ond pv mv wwg
C
ond pv lv wwg
D
ond wwg lv pv

Slide 15 - Quiz

Ontleed onderstaande zin.

Ik hoop het.
A
pv ond lv
B
ond pv mv
C
ond pv lv
D
ond wwg lv

Slide 16 - Quiz

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Taylor schijnt ziek te zijn.

Slide 17 - Open question

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Met behulp van een spiekbriefje wist ik de antwoorden.

Slide 18 - Open question

Ontleed deze zin(zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):
Een vriend van mij heeft vorige maand een grote muurschildering gemaakt.

Slide 19 - Open question

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Na een lange schooldag voetballen de leerlingen een uurtje.

Slide 20 - Open question

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Ik geef hem die natuurlijk.

Slide 21 - Open question

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Dat meisje wordt later tandarts.

Slide 22 - Open question

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Vouwen jullie het tafelkleed na het eten op?

Slide 23 - Open question

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

De vriendinnen liepen gezellig met elkaar naar de auto.

Slide 24 - Open question

Grammatica 3: zinsdelen
Snap ik, gaat goed!
Mwah, heb nog wat oefening en/of uitleg nodig..
Waar ging deze les over!? Snap er niks van!

Slide 25 - Poll

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: dinsdag 28 november
  • Huiswerk: maken uitgedeelde oefenblad + leren p. 138-139, 142-143 en 146
  • Meenemen: LAPTOP, leesboek, schrift, pen en boek
  • Programma: grammatica 3: zinsdeelstukken + toets Taalverzorging bespreken

Slide 26 - Slide