Grammatica havo 3 - Onderschikking met betrekkelijk voornaamwoord

Betrekkelijk voornaamwoord:
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Betrekkelijk voornaamwoord:

Slide 1 - Slide

LESDOELEN
  • Je kunt bijzinnen herkennen die met een betrekkelijk voornaamwoord beginnen;
  • Je kunt een bijzin vervangen door een zinsdeel.

Slide 2 - Slide

Huiswerkcheck (opdr. 7 en 8, Blok 4)
timer
5:00

Slide 3 - Slide

De tafel die scheef staat is omgevallen.

Wat is 'die' ?
A
aanwijzend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord
C
betrekkelijk voornaamwoord m.i.a.
D
vragend voornaamwoord

Slide 4 - Quiz

Tot welke woordsoort behoort het woordje 'wat' in onderstaande zin?

Wat jij mij hebt gegeven, is bedorven.
A
aanwijzend voornaamwoord
B
betrekkelijk voornaamwoord
C
betrekkelijk voornaamwoord m.i.a.
D
vragend voornaamwoord

Slide 5 - Quiz

Leg uit wat een betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent is.
timer
1:00

Slide 6 - Open question

Hoofd- en bijzinnen
  • Hoofd- en bijzinnen worden met elkaar verbonden door onderschikkende voegwoorden.
  • Toevoeging: ook betrekkelijke voornaamwoorden m.i.a. kunnen hoofd- en bijzinnen met elkaar verbinden!
Voorbeeld 1: Wie mij (kiest), (zal) ik een beloning geven.
Voorbeeld 2: Wat jullie van mijn schilderij (vinden), (kan) mij
                            niets schelen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Vragen?

Slide 9 - Slide

Huiswerk voor volgende les
  • Maak opdr. 9 en 10 (Blok 4)
  • Lees de blauwe tekst van 3.3 op blz. 150-151

Klaar?
Werken aan herhalings- en verdiepingsopdrachten

Slide 10 - Slide

LESDOELEN
  • Je kunt bijzinnen herkennen die met een betrekkelijk voornaamwoord beginnen;
  • Je kunt een bijzin vervangen door een zinsdeel.

Slide 11 - Slide