6.2.a Je kunt de kenmerken van positieve en negatieve lenzen uitleggen.
6.2.b Je kunt het brandpunt en de brandpuntafstand bepalen van een positieve en van een negatieve lens.
6.2.c Je kunt de lenssterkte berekenen met de formule S=1/f
6.2.d Je kunt de voorwerpsafstand en beeldafstand beschrijven.
6.2.e Je kunt de beeldafstand van een lens bepalen door middel van een constructie met twee constructiestralen.
6.2.f Je begrijpt bij welke toepassingen lenzen worden gebruikt.
6.2.g Je begrijpt dat er een verband is tussen de voorwerpsafstand en de beeldafstand en de grootte van het voorwerp en het beeld.