Spelling les 8: Oefentoets

Spelling les 8: Oefentoets
Welkom klas 2F. Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, boek en leesboek
Stap 3: Beantwoord de startvraag: 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spelling les 8: Oefentoets
Welkom klas 2F. Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, boek en leesboek
Stap 3: Beantwoord de startvraag: 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan punten, komma's, puntkomma's en dubbele punten correct gebruiken.
  • Ik kan Engelse en Franse leenwoorden correct spellen.
  • Ik kan het koppelteken en het weglatingsstreepje correct gebruiken.
  • Ik kan samenstellingen met en zonder tussenletters correct spellen.
  • Ik kan hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens correct gebruiken.
  • Ik kan bepalen of ik woorden los of aan elkaar moet schrijven.
  • Ik kan van verschillende woorden de juiste spelling geven. 

Slide 2 - Slide

Wat ga je doen?
  • Pitch: Ace, ?  Daarna lezen
  • Nakijken huiswerk via het bord
  • Vragen stellen
  • Oefentoets maken 

Slide 3 - Slide

Pitch: Ace
Daarna klaar = lezen
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Antwoorden huiswerk
1 wereldgodsdienst

2 lentedagen
3 goede grap
4 onderwijsinspectie
5 laagopgeleid
6 daarin
7 blindedarmontsteking
8 winddicht hardloopjack 






Slide 5 - Slide

Opdracht 2
1. stapelverliefd,  dolblij, woensdagavond, meefietste

2. kleinzoon, steenrijke, damesbontjassen?
3. doopfeest, boerenfamilie,  honderdennegentien, uitnodigingen, handgeschept 
4. vrachtwagenchauffeur, volgeladen, versgebakken, hardgekookt,  drukbezochte
5. voetbaltoernooi, sterspeler, veelbelovende, herenteam, knieblessure, waardoor, noodgedwongen, opgeven.
6. jongedame, uitdost, oorbellen, nepnagels. 




Slide 6 - Slide

Opdracht 3
1. fenomeen, symptomen

2. uitbater trotseerde
3. consequent, heilzame verbetering zien.
4. importeert, fairtrade
5. Naar aanleiding van een enquête, geëvalueerd.
6.  excursie, boerenpicknick. 




Slide 7 - Slide

Opdracht 4
openluchtrecreatie, waarbij, recreatiewoning, overnachten, ervoor, buitenactiviteiten, doorbrengen, daarvoor, aangewezen, kampeerplaatsen, hierbij, overlast, afval, achterlaten, toegestaan

Slide 8 - Slide

Heb jij nog een vraag over een bepaald onderdeel? Zo niet, zet dan een kruisje.

Slide 9 - Open question

Aan de slag
Wat: Maken op papier in je schrift, oefentoets. De antwoorden komen online.
Hoe: Je werkt alleen en in stilte aan deze opdrachten.
Tijd: Tot het einde van de les heb je hier de tijd voor.
Klaar: Leren voor de toets.

Slide 10 - Slide