Studiemeter- Hoofdletters en leestekens

Nog een keer herhalen
Hoofdletters, leestekens en tekens bij woorden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nog een keer herhalen
Hoofdletters, leestekens en tekens bij woorden

Slide 1 - Slide

Aan het einde van deze les...
... weet je (weer) wanneer je hoofdletters moet gebruiken
... kun je de leestekens op de juiste plaats in de zin zetten

Slide 2 - Slide

Deze woorden schrijf je met een hoofdletter:

1. Het eerste woord van een zin:
Sinds ik elke dag een testje doe op www.beterspellen.nl maak ik veel minder spelfouten.


Uitzonderingen:
’s Middags moet de receptie altijd door twee personen bemand zijn. (hoofdletter na ’s)
35 euro vind ik te veel voor dit shirt. (geen hoofdletter na cijfer of symbool)

Slide 3 - Slide

2. Namen
Epke Zonderland, Pasen, Samsung, de Tweede Wereldoorlog, Haarlem, Pools, H&M
  

Schrijf een kleine letter als je een merknaam als soortnaam gebruikt: Heb je mijn inbussleutel gezien? of Je moet de tomtom nog even instellen.
Let op bij namen van personen: Ans van der Meer, maar
mevrouw Van der Meer

Slide 4 - Slide

3. Afleidingen
 van aardrijkskundige namen en van talen:
Limburgse vlaai, Engelse boeken, Noord-Hollandse kaas

Slide 5 - Slide

Je schrijft géén hoofdletter bij:
  • samenstellingen met feestdagen: paasei (maar: Pasen), kerstvakantie (maar: Kerstmis) 
  • windstreken: in het zuidwesten
  • namen van seizoenen, maanden en dagen: zomer, augustus, vrijdag
  • functiebenamingen en titels: minister-president, mr. Frank Visser
  • formele aanduiding: u, uw
  • periodes: de middeleeuwen
  • religieuze stromingen en afleidingen daarvan: een katholiek, de islam
  • schoolsoorten: mbo (maar wel in eigennaam: MBO Zadkine)

Slide 6 - Slide

Wat is goed geschreven?
A
BTW
B
btw
C
Btw

Slide 7 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
Het noorden
B
Het Noorden

Slide 8 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
Middeleeuwen
B
middeleeuwen

Slide 9 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
Mevrouw van Velzen
B
mevrouw Van Velzen

Slide 10 - Quiz

Wat is goed geschreven?
A
Deze Winter sneeuwt het veel.
B
Deze winter sneeuwt het veel.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Wanneer gebruik je een komma?
Als je een korte pauze hoort in een zin.
Mieke, het zusje van Gaby, gaat volgende week voor het eerst naar school.

Slide 13 - Slide

Tussen de delen van een opsomming in een zin.
Als er tussen de laatste twee delen een voegwoord staat (en of of), schrijf je geen komma.

Wil je koffie, thee of iets anders?

Slide 14 - Slide

Tussen twee persoonsvormen in een zin die niet bij elkaar horen.

Als het goed is, komt Lindsey zo.

Slide 15 - Slide

Als iemand met zijn naam wordt aangesproken. Na de naam komt dan een komma.

Jeroen, kom je zo?

Slide 16 - Slide

Tussen een hoofdzin en een bijzin.

Ik sta morgen vroeg op, als ik goed slaap.

Slide 17 - Slide

Leestekens
  • Punt: einde zin en soms bij afkorting, niet afkorting van maten en gewichten
  • Komma: opsomming, tussen twee persoonsvormen, tussen hoofd- en bijzin 
  • Vraagteken: na een vraag
  • Uitroepteken: na een bevel, na  een uitroep
  • Dubbele punt: na aankondiging van opsomming, om een citaat aan te kondigen, voor een uitleg
  • Puntkomma:  om hoofdzinnen te verbinden
  • Aanhalingstekens: bij citaat, ironisch woord , als het om het woord of groep woorden gaat
Punt: einde zin en soms bij afkorting, niet afkorting van maten en gewichten
Komma: opsomming, tussen twee persoonsvormen, tussne hoofd- en bijzin 
Vraagteken: na een vraag
Uitroepteken: na een bevel, na  een uitroep
Dubbele punt: na aankondiging van opsomming, om een citaat aan te kondigen, voor een uitleg
Puntkomma:  om hoofdzinnen te verbinden
Aanhalingstekens: bij citaat, ironisch woord , als het om het woord of groep woorden gaat

Slide 18 - Slide

heb je ooit al eens gevaren met een gondel in de grachten van venetie

Slide 19 - Open question

ga je mee aanstaande zaterdag om te wandelen in de bossen van de veluwe

Slide 20 - Open question

Open studiemeter.nl
  • log in
  • ga naar 'lesmateriaal'
  •  kies starttaal
  • ga naar 'instellingsexamens '
  • kies taalverzorging

Slide 21 - Slide