Als koppelteken en als weglatingsstreepje gebruik je een liggend streepje: v-snaar, zon- en feestdagen (zondagen en feestdagen).Je gebruikt het koppelteken
in samenkoppelingen, die anders onoverzichtelijk worden:
– kop-en-schotel, doe-het-zelfzaak (naast: schoenenzaak);
in samenstellingen tussen klinkers die je ook samen kunt uitspreken, de zogenaamde ‘botsende klinkers’ (aa, ae, ai, au, ee, ei, eu, ie, ii, oe, oi, oo, ou, ui, uu en i+j, i+ij, e+ui):
– mee-eter, milieu-inspecteur, penicilline-injectie
(maar: adoptieouder, koffieautomaat);