A Wat zou je doen als je 1 miljoen euro zou winnen?
B Ik zou een huis kopen met een zwembad.
A Wat zou je nog meer doen?
B Ik zou een wereldreis maken.
A Zou je ook geld aan iemand geven?
B Ik zou geld aan mijn familie geven.
A Zou je ook geld bewaren?
B Ik zou een deel van het geld op de bank zetten.
A Wat zou je doen als je 2000 euro zou winnen?
B Ik zou een mooie scooter kopen.