Thema 16 taak 1

Thema 16 taak 1
Wat zou je doen met een miljoen?
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 16 taak 1
Wat zou je doen met een miljoen?

Slide 1 - Slide

Thema 16 taak 1
Wat zou je doen met een miljoen?
Doel van de les:
Je kunt het woord zou goed gebruiken.
Je kunt zes nieuwe woorden gebruiken.
Je kunt een tekst schrijven over geld.

Slide 2 - Slide

Type hier een titel
Wat zou je doen met een miljoen?
A Wat zou je doen als je 1 miljoen euro zou winnen?
B Ik zou een huis kopen met een zwembad.
A Wat zou je nog meer doen?
B Ik zou een wereldreis maken.
A Wat zou je nog meer doen?
B Ik zou een wereldreis maken.
A Zou je ook geld aan iemand geven?
B Ik zou geld aan mijn familie geven.
A Zou je ook geld bewaren?
B Ik zou een deel van het geld op de bank zetten.
A Wat zou je doen als je 2000 euro zou winnen?
B Ik zou een mooie scooter kopen.







Slide 3 - Slide

Type hier een titel
🖍️Wanneer gebruik je 'zou'?
‘Zou’ gebruik je als je over iets denkt wat misschien kan gebeuren.
👉 "Ik zou een groot huis kopen." (maar ik heb nu geen miljoen 💰)

Je gebruikt 'zou' ook voor beleefdheid.
👉 "Zou u mij kunnen helpen?" 🤵


Slide 4 - Slide

Type hier een titel
🖍️Wanneer gebruik je 'zou'?
Als ik 100 euro zou krijgen, dan ...
  • zou ik nieuwe schoenen kopen.
  • zou ik naar de MC Donalds gaan.  
  • zou ik  ........

Slide 5 - Slide

Als ik rijk zou zijn, dan …

Slide 6 - Open question

Als ik een bekende YouTuber zou zijn, dan …

Slide 7 - Open question

Als ik kon vliegen dan, ....

Slide 8 - Open question

Type hier een titel
🖍️Oefenen
  • Er komt een situatie op het bord.
  • Vraag aan de persoon naast jou "Wat zou jij doen?" 
  • Geef antwoord en gebruik het woordje zou
  • Nu andersom.


Slide 9 - Slide

Type hier een titel
🖍️Oefenen
  • 💳 "Je wint 5000 euro."
  • 🏝️ "Je hebt een week vakantie, maar je mag niet thuis blijven."
  • 🚀 "Je kunt naar de maan reizen."


"Ik zou …, want …"
"Ik zou … kopen, omdat …"

Slide 10 - Slide

Type hier een titel
Woorden voor deze les.
Schrijf in je schrift!

Slide 11 - Slide

Type hier een titel
berekenen 🧮
Kun jij berekenen hoeveel geld je nog over hebt?

🔺 Woorddriehoek:
  • uitrekenen
  • tellen 
  • som maken

Slide 12 - Slide

Type hier een titel
opeens 😲
Opeens begon het heel hard te regenen! 

🔺 Woorddriehoek:
  • plotseling 
  • snel 
  • onverwacht

Slide 13 - Slide

Type hier een titel
Schenken
Mijn vader schenkt mij 50 euro.

🔺 Woorddriehoek:
  • Geven
  • Cadeau
  • geld 

Slide 14 - Slide

Type hier een titel
sparen 💰
Ik spaar voor een nieuwe fiets.


🔺 Woorddriehoek:
  • geld bewaren 
  • niet uitgeven 
  • toekomst

Slide 15 - Slide

Type hier een titel
Storten
Ik stort geld op mijn spaarrekening.

🔺 Woorddriehoek:
  • Geld
  • Bankrekening
  • Meer

Slide 16 - Slide

Type hier een titel
tekort 🚫
Er is een tekort aan groenten in de supermarkt.


🔺 Woorddriehoek:
  • Gebrek
  • onvoldoende
  • niet genoeg

Slide 17 - Slide

Type hier een titel
📝 Schrijfopdracht:
  • Schrijf op wat je met 1 miljoen euro zou doen. 
  • Bedenk drie dingen 🏡✈️🚗 die je met het geld zou doen.
  • Reken uit hoeveel je daarna nog over hebt.
  • Gebruik alle woorden die je vandaag hebt geleerd!
  • Gebruik zinnen met ik zou.....


Klaar? Verder met de bouwstenen

📌 Voorbeeldtekst:
"Als ik 1 miljoen euro zou winnen, zou ik een groot huis 🏡 kopen. Dat kost 300.000 euro. Dan zou ik nog 700.000 euro overhebben. Daarna zou ik een wereldreis ✈️ maken. Dat kost 50.000 euro. Dan zou ik nog 650.000 euro overhebben. Ook zou ik mijn familie geld geven. Ik zou mijn ouders 100.000 euro geven. De rest zou ik sparen 💰."

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide