What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhalen formuleren 4 t/m 6
Herhalen formuleren 4 t/m 6
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhalen formuleren 4 t/m 6
Slide 1 - Slide
Hoe heten woorden als zij, ze, hem en hun?
A
Persoonlijke- en bezittelijke naamwoorden
B
Persoonlijke- en bezittelijke voornaamwoorden
Slide 2 - Quiz
Naar een onzijdig zelfstandig naamwoord in het enkelvoud verwijs je met:
A
het, zijn
B
ze, hun
Slide 3 - Quiz
Wat komt er op de puntjes?
Het plantje staat er mooi bij, omdat Hanneke ... trouw verzorgt.
A
hem
B
haar
C
ze
D
het
Slide 4 - Quiz
Wat komt er op de puntjes?
De planten staan er mooi bij, omdat Hanneke ... trouw verzorgt.
A
hen
B
haar
C
ze
D
het
Slide 5 - Quiz
Wat is 'plant' voor een soort woord?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
Slide 6 - Quiz
Wat komt er op de puntjes?
De plant staat er mooi bij, omdat Hanneke ... trouw verzorgt.
A
hem
B
hun
C
ze
D
het
Slide 7 - Quiz
Waar of niet waar?
Je gebruikt het verwijswoord 'dat' om te verwijzen naar het-woorden of naar (een groter deel van) een zin.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Wat komt er op de puntjes?
Als je gezond wilt blijven, kun je beter een gewone boterham eten ... zo’n vette croissant.
A
als
B
dan
Slide 9 - Quiz
Waar of niet waar?
Na 'dan' kun je nooit 'mij' gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Waar of niet waar?
Het woord 'waarover' kan verwijzen naar een mens.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Vul de zin op een passende manier aan.
Romke raakte niet uitgepraat over de auto van zijn tante, waarmee …
Slide 12 - Open question
Vul de zin op een passende manier aan.
Romke raakte niet uitgepraat over de auto van zijn tante, met wie …
Slide 13 - Open question
Belangrijke kenmerken van non-fictie teksten zijn:
A
Informerend en verhalend
B
Informerend en feitelijk
C
Overtuigend en zakelijk
D
Inspirerend en fantasierijk
Slide 14 - Quiz
Fictieve teksten hebben vaak een verhalende stijl. Wat zijn daar kenmerken van?
A
Er staat veel tekst tussen aanhalingstekens ("...").
B
De tekst is beeldend en beschrijvend.
C
Er zijn vaak karakters die met elkaar praten.
D
Er staan geen feiten in de tekst.
Slide 15 - Quiz
More lessons like this
Oefentoets tm hoofdstuk 4 grammatica en spelling (basis en kader)
July 2023
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
1V - Verwijzen naar de- en het-woorden
February 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Herhalingstoets Nederlands
December 2020
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
2HV verwijswoorden
January 2025
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Stenvert les 8
November 2021
- Lesson with
33 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7
2HV verwijswoorden
23 days ago
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
verwijswoorden
November 2022
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
verwijswoorden
February 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4