4. De Participatiesamenleving

De Participatiesamenleving
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De Participatiesamenleving

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je uitleggen wat de verschillen zijn tussen een nachtwakersstaat,  verzorgingsstaat en participatiesamenleving.
Je weet wat de welfare triangle is
Je hebt een mening gevormd over de participatiesamenleving.

Slide 2 - Slide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les moeten weten en kunnen. Dit is belangrijk zodat ze weten wat ze kunnen verwachten.
Wat weet jij al over de verschillen tussen een nachtwakersstaat, verzorgingsstaat en participatiesamenleving?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Nachtwakersstaat
Een nachtwakersstaat is een staat waarin de overheid enkel zorgt voor de veiligheid en de bescherming van het eigendom van burgers.

Slide 4 - Slide

Leg uit wat een nachtwakersstaat is en wat de rol van de overheid hierin is.
Verzorgingsstaat
Een verzorgingsstaat is een staat waarin de overheid zorgt voor de sociale zekerheid van burgers, zoals gezondheidszorg en uitkeringen.

Slide 5 - Slide

Leg uit wat een verzorgingsstaat is en wat de rol van de overheid hierin is.
Participatiesamenleving
Een participatiesamenleving is een samenleving waarin burgers meer verantwoordelijkheid krijgen om voor zichzelf en voor anderen te zorgen.

Slide 6 - Slide

Leg uit wat een participatiesamenleving is en wat de rol van de burgers hierin is.
Welfare triangle
De welfare triangle bestaat uit drie elementen: de overheid, de markt en het individu. In een verzorgingsstaat is de overheid verantwoordelijk voor de sociale zekerheid van burgers. In een participatiesamenleving wordt er meer verwacht van het individu en de markt.

Slide 7 - Slide

Laat de leerlingen de welfare triangle tekenen en leg uit wat de rol van elk element is.
Voor- en nadelen participatiesamenleving
Voordelen: meer eigen verantwoordelijkheid, betere sociale cohesie, minder afhankelijkheid van de overheid. Nadelen: ongelijkheid tussen burgers, minder bescherming voor kwetsbare groepen.

Slide 8 - Slide

Bespreek met de leerlingen wat de voor- en nadelen zijn van een participatiesamenleving. Laat ze hierover discussiëren.
Discussie: eigen verantwoordelijkheid
Wat vind jij van het idee dat burgers meer eigen verantwoordelijkheid krijgen in een participatiesamenleving? Is dit een goede ontwikkeling?

Slide 9 - Slide

Laat de leerlingen in groepen discussiëren over het idee van eigen verantwoordelijkheid in een participatiesamenleving. Laat ze hun argumenten opschrijven.
Discussie: sociale cohesie
Wat vind jij van het idee dat een participatiesamenleving kan zorgen voor betere sociale cohesie? Is dit een realistisch doel?

Slide 10 - Slide

Laat de leerlingen in groepen discussiëren over het idee van betere sociale cohesie in een participatiesamenleving. Laat ze hun argumenten opschrijven.
Discussie: ongelijkheid
Wat vind jij van het idee dat een participatiesamenleving kan leiden tot meer ongelijkheid tussen burgers? Is dit een reëel risico?

Slide 11 - Slide

Laat de leerlingen in groepen discussiëren over het idee van ongelijkheid in een participatiesamenleving. Laat ze hun argumenten opschrijven.
Vorm je mening
Nu je meer weet over de participatiesamenleving, is het tijd om je mening te vormen. Wat vind jij van het idee van een participatiesamenleving? Ben je voor of tegen?

Slide 12 - Slide

Laat de leerlingen individueel hun mening vormen en opschrijven. Laat ze hun mening kort presenteren aan de klas.
Opdracht: ontwerp een poster
Ontwerp een poster waarop je laat zien wat volgens jou de belangrijkste kenmerken zijn van een participatiesamenleving en wat de voor- en nadelen zijn.

Slide 13 - Slide

Laat de leerlingen individueel of in groepen een poster ontwerpen. Bespreek de posters in de klas.
Quiz: nachtwakersstaat, verzorgingsstaat of participatiesamenleving?
Is Nederland een nachtwakersstaat, verzorgingsstaat of participatiesamenleving?

Slide 14 - Slide

Laat de leerlingen individueel of in groepen de quiz maken. Bespreek daarna de antwoorden.
Quiz: wat is de welfare triangle?
Wat zijn de drie elementen van de welfare triangle?

Slide 15 - Slide

Laat de leerlingen individueel of in groepen de quiz maken. Bespreek daarna de antwoorden.
Filmpje: participatiesamenleving in de praktijk
Bekijk samen een filmpje waarin de participatiesamenleving in de praktijk wordt gebracht. Bespreek daarna wat je ervan vond.

Slide 16 - Slide

Zoek een geschikt filmpje uit en bekijk het samen met de leerlingen. Bespreek daarna wat de leerlingen ervan vonden.
Evaluatie
Wat vond je van de les? Wat heb je geleerd? Wat vond je het interessantst?

Slide 17 - Slide

Laat de leerlingen individueel of in groepen de evaluatie invullen. Bespreek daarna de antwoorden.
Bronnen
Zet hier de bronnen die gebruikt zijn in de les.

Slide 18 - Slide

Geef de leerlingen de bronnen die gebruikt zijn in de les, zodat ze deze later nog eens kunnen raadplegen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.