BSR 1tb Cursus taal §8

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
Cursus 4: TAAL
 §8 Dyslexie

  • Lees de tekst 1 op blz. 104.
  • Ga in de LessonUp!
timer
5:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
Cursus 4: TAAL
 §8 Dyslexie

  • Lees de tekst 1 op blz. 104.
  • Ga in de LessonUp!
timer
5:00

Slide 1 - Slide

  • Je weet wat dyslexie is en kunt dit uitleggen.
  • Je hebt ervaren hoe het is om met dyslexie te lezen.
  • Je hebt Cursus 4: Taal afgerond.
Lesdoelen

Slide 2 - Slide

Planning
  • Herhaling paragraaf 1 t/m 4;
  • instructie paragraaf 5;
  • in gesprek over de begrippen dyslexie, lezen en hersenen;
  • aan de slag;
  • afronden!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wie kan kort vertellen waar we het
de vorige les over hebben gehad?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Wat?
Cursus 4 Taal, §4 Bouwstenen.
Rode boek: opdracht 1 (blz. 100).
Blauwe boek: opdracht 1  (blz. 100).
Hoe?
Zelfstandig of in tweetallen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt (4 B's).
Tijd
5 minuten. Daarna gaan we afronden.
Klaar?
Lees verder in je leesboek!
Startopdracht
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

  • Letterlijke betekenis: 'beperk lezen'.
  • Mensen met dyslexie hebben moeite om klanken op de goede volgorde zetten, draaien cijfers om, gaan vaak radend lezen en vinden lezen niet leuk.
  • Dyslexie is erfelijk, gaat nooit echt voorbij en komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes.
Dyslexie 
de kenmerken

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

De volgende leesproblemen kunnen voorkomen bij dyslexie:
 
1. b | p | d | verwisseling, oftewel het spiegelen van letters die erg op elkaar lijken.

Slide 11 - Slide



2. Letters die tijdens het lezen continu verspringen (‘dansende’ letters).
Wie kan onderstaande zin lezen en begrijpen?

Zrdoa vdaer tiuhs kmot, renenn de kdinreen enssautioht naar hem toe. 

Slide 12 - Slide

3. Het verwisselen van de woordvolgorde binnen een zin.
4. Letters die uit elkaar gaan en nieuwe woorden lijken te vormen.
5. Het verwisselen van de lettervolgorde binnen een woord.
6. Spellend (letter voor letter) lezen.


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Wat?
Cursus 4 Taal, §8 Dyslexie.
Opdracht 1, 2 en 5 (blz. 104-105).
Hoe?
Zelfstandig of in tweetallen.
Werk de antwoorden uit je in schrift!
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt (4 B's).
Tijd
10 minuten. Daarna gaan we afronden.
Klaar?
Lees verder in je leesboek!
Uitwerken
timer
10:00

Slide 16 - Slide

  • Je weet wat dyslexie is en kunt dit uitleggen.
  • Je hebt ervaren hoe het is om met dyslexie te lezen.
  • Je hebt Cursus 4: Taal afgerond.
Lesdoelen

Slide 17 - Slide

Bij dyslexie heb je moeite met
A
technisch lezen en begrijpend lezen
B
spellen en begrijpend lezen
C
spellen en technisch lezen
D
lezen

Slide 18 - Quiz

Dyslexie kan erfelijk zijn.
A
niet waar
B
waar

Slide 19 - Quiz

Welke bekende wetenschapper had ook dyslexie?
A
Mark Steinberg
B
Albert Einstein
C
Diederik Gommers
D
Mark Rutte

Slide 20 - Quiz

Welk kind heeft waarschijnlijk dyslexie?
A
Mike vindt het moeilijk om zich aan de spellingregels te houden.
B
Jeanne vindt lezen moeilijk. Ze draait vaak letters om en leest langzaam.
C
Samir vindt rekenen stom en moeilijk. Hij praat ook erg veel en snel.

Slide 21 - Quiz