Voornaamwoorden

Welkom bij Nederlands


- Woordsoorten
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands


- Woordsoorten

Slide 1 - Slide

Welke woordsoorten ken je nog?
Woordsoorten

Slide 2 - Mind map

Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon, een groep personen, voorwerpen of onzichtbare zaken. 

Slide 3 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden 
  • Staan altijd alleen: er staan geen zelfstandige naamwoorden bij.

    Het meisje heeft een jurk gekocht. 
    --> Zij heeft een jurk gekocht. 

Slide 4 - Slide

"Het" is ook een persoonlijk vnw.
  • Je kunt het vervangen door "het".  
  • Waar ligt mijn boek?
  • Het ligt op tafel.

Slide 5 - Slide

Wanneer een pers. vnw  
  • Als je een persoon noemt, kun je er vaak een naam voor in de plaats zetten. 
  •  Hij wil een tekening maken. 
  • Jimmy wil een tekening maken. 

Slide 6 - Slide

Aan het internet kan HET
niet liggen.
"HET" is hier
A
lidwoord
B
pers. voornaamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Quiz

Wat voor een woordsoort is het woord "doel" in de onderstaande zin?

"Voor de meeste topsporters is het halen van een gouden medaille op de Olympische Spelen het belangrijkste doel."
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Persoonlijk voornaamwoord
D
Voorzetsel

Slide 8 - Quiz

Bezittelijke voornaamwoorden
  • Een bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan. 
    Haar opa

  • Een bezittelijk vnw. staat bijna altijd voor een zelfstandig nw. Zijn appel

Slide 9 - Slide

Schrijfwijze bezittelijke vnw. 

  • Dat is toch jouw laptop? 
  • Daar staat uw bureau. 
  • Op haar vraag gaf mijn leraar geen antwoord. 

Slide 10 - Slide

Hoe noem je de volgende woordsoorten?

Mijn, uw, jouw, zijn
A
zelfstandige naamwoorden
B
persoonlijke voornaamwoord
C
bezittelijke voornaamwoorden
D
aanwijzende voornaamwoorden

Slide 11 - Quiz

Zijn de onderstaande woordjes persoonlijke of bezittelijke voornaamwoorden?
Sleep elk woord hieronder naar het goede antwoord.

timer
1:00
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
hen
ik
jij
jou
jouw
mijn
onze
wij
uw
zijn

Slide 12 - Drag question

Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar ...
A
bezit
B
iets
C
iemand
D
iets en iemand

Slide 13 - Quiz


Een voorbeeld van een persoonlijk voornaamwoord is...
A
man
B
ik
C
groene
D
mijn

Slide 14 - Quiz

Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de zin:

Wat heeft zij een mooie trui aan.
A
mooie
B
trui
C
wat
D
zij

Slide 15 - Quiz

Een bezittelijk voornaamwoord ...
A
zegt iets over een werkwoord
B
geeft aan wie iets doet
C
geeft aan hoe iemand zich voelt
D
geeft aan van wie iets is

Slide 16 - Quiz

Zij kamt haar haar voor de spiegel.

De bezittelijk voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
(1e) haar
C
Zij, (1e) haar, (2e) haar
D
(2e) haar

Slide 17 - Quiz

'Jouw' is een persoonlijk voornaamwoord
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.

'Woordsoorten' is
A
Zelfstandig naamwoord
B
Lidwoord
C
Bezittelijk voornaamwoord

Slide 19 - Quiz

Hoe vond je de opdrachten gaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll