Les hechting

• ALA 1C
• MBO
• Studiejaar 2

Hechtingsstoornissen/DSM5 / comorbiditeit

Lesopbouw

Lesdoelen

De student:

• Kan een eigen voorbeeld geven van een risico en beschermingsfactor. 
• Kan de 4 verschillende vormen van gehechtheid onderscheiden.
• Kan 2 hechtingsstoornissen benoemen.
• Heeft inzicht gekregen in de rol die hij heeft als MZVIG met betrekking tot de hechting van een kind. 

Hechting

Risico en beschermingsfactoren

Noem een voorbeeld van een risico factor en van een beschermingsfactor

Gehechtheidscategorieën

Veilige gehechte kinderen

Vermijdend gehechte kinderen

Ambivalent of afwerend gehechte kinderen

Gedesorganiseerd en gedesoriënteerd gehechte kinderen

Sensitieve en responsieve opvoeders die de signalen van het kind correct waarnemen en er goed op reageren, waardoor ze voor het kind voorspelbaar en betrouwbaar zijn.

Opvoeders die consequent in sensitief zijn. Ze reageren niet of inadequaat op de signalen van het kind en weren (liefdevol lichamelijk) contact af. 

De opvoeders gedragen zich tegenstrijdig: ze zijn soms responsief en soms niet; geven de ene keer (te) weinig aandacht en de andere keer heel erg veel. Ze reageren grillig, en zijn voor een kind dus moeilijk voorspelbaar. 

De opvoeders jagen het kind angst aan, bijvoorbeeld bij huiselijk geweld. Ze zijn voor een kind onvoorspelbaar en angstaanjagend: het kind weet niet waar het aan toe is en ervaart stress zonder dat daar een oplossing voor is. 

Hechtingsstoornissen

1. Reactieve hechtingsstoornis (RAD)
   
   
2. De ontremd-sociaalcontactstoornis (DSED) 

Ondersteuning MZVIG

Hoe zie jij jouw ondersteuningsrol als MZVIG?

Evalueren 

Lesdoelen behaald?

De student:

Kan een eigen voorbeeld geven van een risico en beschermingsfactor.

Kan de 4 verschillende vormen van gehechtheid onderscheiden.

Kan 2 hechtingsstoornissen benoemen.

Heeft inzicht gekregen in de rol die hij heeft als MZVIG'er met betrekking tot de hechting van een kind. 

Bedankt voor je aandacht en aanwezigheid