De winkel van dichtbij leerjaar 4

Aan 't werk in de winkel
- Winkelvormen
- Winkelgrootte
- Assortiment
- Branches
1 / 18
next
Slide 1: Slide
VerkooppraktijkPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Aan 't werk in de winkel
- Winkelvormen
- Winkelgrootte
- Assortiment
- Branches

Slide 1 - Slide

Wat zijn de vijf winkelvormen?
Schrijf ze op.

Slide 2 - Open question

Welke winkelvorm is dit?

Slide 3 - Slide

Bij welke winkelvorm horen deze winkels?

Slide 4 - Slide

Bij welke winkelvorm past deze afbeelding?

Slide 5 - Slide

Welke 2 winkelvormen hebben we nu overgeslagen?
A
warenhuis en speciaalzaak
B
tuincentrum en speciaalzaak

Slide 6 - Quiz

Food en non-food
Waar denk je aan bij Food?

Slide 7 - Mind map

En waar denk je aan bij
Non-food?

Slide 8 - Mind map

Food en non-food
De meeste producten (=artikelen) die in een supermarkt te koop zijn, horen bij food. 
Foodproducten zijn producten die je kunt eten of drinken. Een supermarkt verkoopt ook non-foodproducten, zoals tijdschriften en bloemen. Omdat je deze producten niet kunt eten, vallen ze onder non-food (niet-voedsel).

Slide 9 - Slide

Winkelgrootte
Waar denk je aan bij winkelgrootte?

Slide 10 - Mind map

Welke 3 verschillende winkelgroottes hebben we?

Slide 11 - Open question

Winkelgrootte
Kleinbedrijf - minder dan 10 medewerkers
Middenbedrijf - tussen 10 en 100 medewerkers
Grootbedrijf - meer dan 100 medewerkers

Slide 12 - Slide

Waar denk je aan bij assortiment?

Slide 13 - Open question

Assortiment
Alle artikelen die in een winkel te koop zijn, vormen samen het assortiment. 

Een assortiment bestaat uit artikelgroepen. Een artikelgroep bestaat uit artikelen die bij elkaar horen. In een warenhuis kom je bijvoorbeeld de artikelgroep 'sieraden' of 'textiel'tegen. 

Slide 14 - Slide

Branche is denk ik .....
A
winkels met hetzelfde assortiment
B
winkels met hetzelfde personeel

Slide 15 - Quiz

Branche
Sommige winkels hebben ongeveer hetzelfde assortiment. Zij horen bij dezelfde branche. Een branche bestaat uit winkels die hetzelfde soort artikelen verkopen. Zo bestaat de schoenenbranche uit alle winkels die schoenen verkopen. Om erachter te komen bij welke branche een winkel hoort kijk je dus naar het assortiment.

Slide 16 - Slide

Welke branches ken je?

Slide 17 - Open question

Bedankt!

Tot ziens
en
tot volgende week.

Slide 18 - Slide