De winkel van dichtbij les 2

• Verkooppraktijk
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Aan 't werk in de winkel

1a De winkel van dichtbij les 2

Lesindeling

- Opening

- Weet je het  nog?

- Weekopdracht 1 nabespreken

- Winkelgrootte

- Assortiment

- Branche

- Uitleg weekopdracht 2

Opening

Weet je het nog? 

Wat zijn de vijf winkelvormen?
Schrijf ze op.

Welke winkelvorm is dit?

Bij welke winkelvorm horen deze winkels?

Bij welke winkelvorm past deze afbeelding?

Welke 2 winkelvormen hebben we nu overgeslagen?

1. warenhuis en speciaalzaak
2. tuincentrum en speciaalzaak

Food

Non-food

Weekopdracht 1 

- Hoe ging je planning?

- Wat kan/ moet je een volgende keer anders doen?

- Doe je weekopdracht in de inleverbak.

Winkelgrootte

Waar denk je aan bij winkelgrootte? 

Winkelgrootte

Kleinbedrijf - minder dan 10 medewerkers

Middenbedrijf - tussen 10 en 100 medewerkers

Grootbedrijf - meer dan 100 medewerkers

Waar denk je aan bij assortiment?

Assortiment

Alle artikelen die in een winkel te koop zijn, vormen samen het assortiment. 

Een assortiment bestaat uit artikelgroepen. Een artikelgroep bestaat uit artikelen die bij elkaar horen. In een warenhuis kom je bijvoorbeeld de artikelgroep 'sieraden' of 'textiel'tegen. 

Opdracht 

1. Kies een winkelvorm en een winkel die daarbij hoort.

2. Schrijf 4 artikelgroepen op die horen bij het assortiment van deze winkel.

3. Geef van elk artikelgroep 4 voorbeelden. 

4. Maak hier in Word een collage van.

5. Mail je collage naar [e-mail]

https:

Branche is denk ik .....

1. winkels met hetzelfde assortiment
2. winkels met hetzelfde personeel

Branche

Sommige winkels hebben ongeveer hetzelfde assortiment. Zij horen bij dezelfde branche. Een branche bestaat uit winkels die hetzelfde soort artikelen verkopen. Zo bestaat de schoenenbranche uit alle winkels die schoenen verkopen. Om erachter te komen bij welke branche een winkel hoort kijk je dus naar het assortiment.

Opdracht 

1. Kies 2 branches uit.

2. Schrijf van elke branche 5 winkels op die daarbij horen.

3. Maak hier een woordzoeker van.

4. Doe je woordzoeker in de inleverbak.

Uitleg weekopdracht 2

PowerPointPresentatie Stage

1. Bij welke branche hoort jouw stagebedrijf?

2. Gaat het om een winkel in food of non-food?

3. Wat is het assortiment in de winkel?

4. Wat zou je zelf in de winkel willen kopen?

5. Noem nog 2 winkels uit dezelfde branche als je stagebedrijf.

Voorwaarden PPPresentatie

- Een titel voor je presentatie.

- Maximaal (niet meer dan)  10 dia's.

- Maximaal (niet meer dan) 5 minuten.

Bedankt!

Tot ziens

en

tot volgende week.