Quiz hoofdstuk 1: die Umgebung

Heute: Quiz
Startklaar=
- telefoon/laptop: log in op LessonUp
- geen jas, geen tas
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Heute: Quiz
Startklaar=
- telefoon/laptop: log in op LessonUp
- geen jas, geen tas

Slide 1 - Slide

Wortschatz 

Slide 2 - Slide

Welk woord past het beste in de zin?
............. ist das Wetter schön und warm.

A
im Frühling
B
im Herbst
C
im Oktober

Slide 3 - Quiz

Welk woord past het beste in de zin?
In der Stadt gibt es viel .......
A
Berge
B
Verkehr
C
Wälder

Slide 4 - Quiz

Welk woord past niet in het rijtje?
die Sonne - August - glatt
A
die Sonne
B
August
C
glatt

Slide 5 - Quiz

Vertaal:
het onweer

Slide 6 - Open question

das Wetter

Slide 7 - Mind map

zelten
das Gewitter
die Insel
wandern
das Meer
die See

Slide 8 - Drag question

Welk woord past niet in het rijtje?
das Dorf - ruhig - die Stadt
A
das Dorf
B
ruhig
C
die Stadt

Slide 9 - Quiz

Grammatik

Slide 10 - Slide

ik
jij
hij
zij (ev)
het
wij
jullie
zij (mv)
u
ich
wir
Sie
er
sie
sie
ihr
du
es

Slide 11 - Drag question

werden:
Ik word

Slide 12 - Open question

haben (v.t.)
ihr .........
A
hattet
B
hatten
C
habt

Slide 13 - Quiz

sein (t.t.)
jij bent

Slide 14 - Open question

haben (t.t.)
hij heeft

Slide 15 - Open question

werden
u wordt
A
sie werden
B
Sie wird
C
Sie werden

Slide 16 - Quiz

sein (v.t.)
ik was

Slide 17 - Open question

werden
jij wordt
A
du wirst
B
du wird

Slide 18 - Quiz

Sprachmittel

Slide 19 - Slide

Het wordt kouder dan vorige week
A
Es wird kälter als vorige Woche
B
Es wird wärmer als vorige Woche
C
Es wird kälter als nächste Woche

Slide 20 - Quiz

Vertaal:
Hoe is de omgeving daar?

Slide 21 - Open question

Kies het juiste antwoord bij de vraag:
Wie wird das Wetter morgen?
A
Nächste Woche werden es 27 Grad.
B
Die Gegend ist sehr schön.
C
Morgen wird es bewölkt

Slide 22 - Quiz

Hausaufgaben
SO:
Woordenschat NL-D

Slide 23 - Slide