This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
H2.4 Zure en basische oplossingen
Slide 1 - Slide
Een zeepmolecuul bestaat uit een ‘kop’ en een ‘staart’. Welke opmerking is juist?
A
De hydrofiele staart zit het liefste in vet of olie.
B
De hydrofiele staart zit het liefste in water.
C
De hydrofobe staart zit het liefste in vet of olie.
D
De hydrofobe staart zit het liefste in water.
Slide 2 - Quiz
In sommige delen van Nederland is het leidingwater erg hard. Wat is de naam van de stof die het water hard maakt?
A
ammonia
B
citroenzuur
C
kalk
D
mierenzuur
Slide 3 - Quiz
Bente vindt het belangrijk om er aantrekkelijk uit te zien. Om haar huidmooi en schoon te houden, gebruikt ze een crème. Crème is een mengsel. Geef de drie hoofdbestanddelen van crème.
Slide 4 - Open question
In tandpasta voor extra witte tanden zit een extra hoeveelheid calciumpyrofosfaat, dat als schuurmiddel werkt. Waarvoor zorgt het toevoegen van een schuurmiddel in tandpasta?
A
helpen bij het oplossen van vetresten
B
het polijsten van de tanden
C
het verwijderen van talg
D
het verwijderen van suiker
Slide 5 - Quiz
Natuurlijke zeep
Kunstmatige zeep
Slide 6 - Drag question
Je kunt..
..van een aantal bekende oplossingen aangeven of ze zuur of basisch zijn.
..eigenschappen en toepassingen van zure en basische oplossingen noemen.
..het verband beschrijven tussen de concentratie van zure &basische oplossingen en de pH.
..via een indicator bepalen of de oplossing zuur, basisch of neutraal is.
..veilig werken met chemicaliën met het gevarensymbool ‘niet mengen’.
Slide 7 - Slide
Zure oplossingen
Dit zijn zuren opgelost in water. b.v azijn, cola, maagzuur
Zuren hebben een etsende werking, ze kunnen metalen aantasten.
Je kan er kalkaanslag mee verwijderen.
Vaak zijn zuren corrosief en schadelijk.
Slide 8 - Slide
Basische oplossingen
Het tegenovergestelde van zuren zijn basen (in scheikunde).
Als!!!!!je die zou proeven dan smaken ze een beetje zeepig.
Voorbeelden zijn groene zeep, ammoniak en soda.
Je kan er goed mee ontvetten, ze zijn irriterend voor je huid
Slide 9 - Slide
Neutrale oplossingen
Iets wat geen zuur of base in water is noemen we neutraal.
Voorbeelden hiervan zijn gedestilleerd water, keukenzout in water opgelost en bijvoorbeeld alcohol opgelost in water.
Slide 10 - Slide
pH
De pH hangt af van twee dingen:
Het soort zuur of base dat opgelost is: zeepsop is minder basisch dan bijvoorbeeld bleek
De concentratie van dat zuur of die base: bijvoorbeeld citroenzuur in water, hoe meer je toevoegt hoe zuurder je glas water wordt
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Indicatoren
Een indicator kan bepaalde stoffen aantonen.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Schema
Indicator
Zuur
Neutraal
Basisch
Rood lakmoespapier
Rood
Rood
Blauw
Blauw lakmoespapier
Rood
Blauw
Blauw
Rodekoolsap
Rood/roze
Paars
Blauw/groen/geel
Fenoftaleïne
Kleurloos
Kleurloos
Paars/roze
Slide 15 - Slide
Universeel indicatorpapier
Slide 16 - Slide
Concentratie en pH
De pH/zuurgraad zegt iets over de mate van 'zuurheid'
Hoofdstuk 2. Water
§2.4 Zure en basische oplossingen
Slide 17 - Slide
0
Slide 18 - Video
Karel wil de witte aanslag van zijn douchekop verwijderen
Welk schoonmaakmiddel kan hij het beste gebruiken?
A
ammonia
B
dreft
C
gootsteenontstopper
D
WC-Eend
Slide 19 - Quiz
Met lakmoes papier kun je de pH nauwkeurig bepalen
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
Eline verdunt azijn met water. Wat gebeurt er met de pH-waarde van de azijn?