This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Quiz spelend leren of lerend spelen
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Vrij spel heeft geen educatieve waarde.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
❌ Niet waar – Tijdens vrij spel ontwikkelen kinderen belangrijke vaardigheden zoals creativiteit, probleemoplossend vermogen en sociale vaardigheden.
Kinderen spelen om het spel zelf, niet om te winnen of een doel te bereiken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
✅ Waar – Kinderen spelen uit intrinsieke motivatie; het plezier van het spel staat centraal, niet het resultaat.
Een volwassene moet altijd ingrijpen om vrij spel in goede banen te leiden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
❌ Niet waar – Te veel inmenging kan het spel verstoren. Een volwassene kan observeren en alleen ingrijpen als dat echt nodig is.
Een rijke speelomgeving is belangrijk voor vrij spel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
✅ Waar – Materialen zoals blokken, verkleedkleren en natuurlijke elementen stimuleren de fantasie en creativiteit van kinderen.
Vrij spel helpt bij de taalontwikkeling van kinderen.
A
Waar
B
NIet waar
Slide 6 - Quiz
✅ Waar – Tijdens vrij spel gebruiken kinderen taal om te communiceren, verhalen te bedenken en sociale interacties aan te gaan.
Vrij spel is alleen waardevol als kinderen er iets tastbaars van leren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
❌ Niet waar – De waarde van vrij spel zit in het proces, niet in een tastbaar eindresultaat. Kinderen ontwikkelen vaardigheden zoals samenwerken, fantasie en zelfvertrouwen.
Als een kind moeite heeft met vrij spel, moet de onderwijsassistent het spel structureren en regels geven.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
❌ Niet waar – Sommige kinderen hebben sturing nodig, maar het is beter om het kind geleidelijk te begeleiden door vragen te stellen of suggesties te doen, zonder het spel over te nemen.
Vrij spel kan bijdragen aan de emotionele regulatie van een kind.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
✅ Waar – Spelen helpt kinderen emoties te verwerken, zoals frustratie, vreugde of angst, en leert hen omgaan met verschillende sociale situaties.
Fantasievol spel heeft geen invloed op de cognitieve ontwikkeling van een kind.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
❌ Niet waar – Fantasiespel stimuleert abstract denken, probleemoplossend vermogen en creativiteit, wat allemaal belangrijk is voor cognitieve groei.
Een kind dat veel alleen speelt, heeft een achterstand in sociale ontwikkeling.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
❌ Niet waar – Alleen spelen kan een manier zijn om fantasie en zelfstandigheid te ontwikkelen. Zolang een kind ook sociale interacties heeft, is solitair spel niet problematisch.
Spelend leren is hetzelfde als vrij spel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
❌ Niet waar – Bij spelend leren is er een educatief doel en vaak sturing door een volwassene, terwijl vrij spel volledig door het kind wordt bepaald.
Bij spelend leren zijn kinderen alleen maar aan het spelen en leren ze niets.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
❌ Niet waar – Spelend leren combineert plezier en educatie, waardoor kinderen nieuwe kennis en vaardigheden opdoen.
Spelend leren kan zowel in de klas als buiten plaatsvinden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
✅ Waar – Spelend leren kan overal plaatsvinden, bijvoorbeeld in de klas met leermaterialen of buiten in de natuur.
Leerkrachten en onderwijsassistenten moeten altijd meedoen aan spelend leren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
❌ Niet waar – Soms is begeleiding nodig, maar kinderen kunnen ook zelfstandig of in groepjes leren door te spelen.
Kinderen onthouden informatie beter als ze iets spelenderwijs leren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
✅ Waar – Spel activeert meerdere zintuigen en zorgt ervoor dat kinderen betrokken en gemotiveerd blijven, wat het leerproces versterkt.
Spelend leren is minder effectief dan traditioneel onderwijs omdat er geen vaste structuur is.
A
Waar
B
NIet waar
Slide 17 - Quiz
❌ Niet waar – Spelend leren kan net zo effectief of zelfs effectiever zijn omdat het intrinsieke motivatie en actieve betrokkenheid stimuleert.
Kinderen leren onbewust wiskundige concepten zoals tellen en ruimtelijk inzicht tijdens vrij spel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
✅ Waar – Bijvoorbeeld bij bouwen met blokken, knikkeren of spelen met water ervaren kinderen wiskundige principes zoals balans, patronen en hoeveelheid.
Een kind dat niet meteen geïnteresseerd is in spelend leren, heeft meer baat bij klassikaal onderwijs.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
❌ Niet waar – Het kan betekenen dat de activiteit beter afgestemd moet worden op de interesses van het kind. Ieder kind leert anders, en variatie in leerstijlen is belangrijk.
Leerkrachten en onderwijsassistenten moeten duidelijke leerdoelen koppelen aan spelend leren, anders heeft het geen educatieve waarde.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
❌ Niet waar – Hoewel leerdoelen nuttig zijn, kan spelend leren waardevol zijn zonder vooraf bepaalde doelen. Kinderen ontdekken en leren spontaan door te spelen.
Buitenspelen is een essentieel onderdeel van spelend leren en ondersteunt zowel cognitieve als motorische ontwikkeling.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
✅ Waar – Buiten spelen stimuleert motoriek, creativiteit, probleemoplossend vermogen en sociale vaardigheden door de onvoorspelbare en veelzijdige omgeving.