H1 Nask (B2) + H1 en H2 Stoffen (K2)

Hoofdstuk 1: Natuur- en Scheikunde
1 / 43
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoofdstuk 1: Natuur- en Scheikunde

Slide 1 - Slide

1.1: Nieuw vak
BASIS + KADER

Slide 2 - Slide

Na Sk
Dingen die om je heen gebeuren

Slide 3 - Slide

Natuurverschijnselen
Bliksem, licht, elektriciteit, water en geluid
Dingen die in natuur voorkomen

- Biologie > levende natuur (mensen, dieren, planten)
- NaSk > niet-levende natuur

Slide 4 - Slide

Natuur- en scheikunde gaat over natuur-verschijnselen. Wat zijn natuur-verschijnselen?
timer
0:30
A
planten om je heen
B
dieren om je heen
C
dingen die gebeuren in de natuur
D
planten en dieren om je heen

Slide 5 - Quiz

Je doet het licht aan als het donker wordt, is dit NaSk of Biologie?
A
NaSk
B
Biologie

Slide 6 - Quiz

Stoffen en materialen
Stof > waar het van gemaakt is 
- Water, hout en steen

Materiaal > stof waarvan je voorwerp kan maken
- Van hout maak je een tafel
- Water is géén materiaal

Slide 7 - Slide

Noem een voorbeeld van een materiaal

Slide 8 - Open question

Stoffen veranderen
Water

Hout verbrandt: houtskool, as en rook
Hout is een andere stof

Slide 9 - Slide

Stoffen veranderen
Water > natuurkunde

Hout > scheikunde

Slide 10 - Slide

Wat gebeurt er bij een scheikundige reactie
timer
0:30
A
de stoffen veranderen
B
de stoffen veranderen niet
C
de stoffen veranderen blijvend
D
de fase van de stof verandert

Slide 11 - Quiz

1.1 Introductie
KADER

Slide 12 - Slide

Natuurwetenschappen
Onderzoek
- Verschijnsel bestuderen (waarnemen)
- Verklaring voor verschijnsel (begrijpen)
- Toepassing bedenken 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

1.2 Waarnemen
BASIS + KADER

Slide 15 - Slide

Waarnemen
Waarnemen doe je met zintuigen
- zien
- horen
- ruiken
- proeven
- voelen

Slide 16 - Slide

de tastzin
de reuk
het zicht
de zintuigen
het gehoor
de smaak

Slide 17 - Drag question

Voorzichtig
Ruiken en proeven mag niet zomaar.
De damp van sommige stoffen is giftig of schadelijk voor je.

- Stof beetje van je af houden
- Wapper met hand boven stof, zodat damp verdeeld wordt in lucht
- Snuif zachtjes een beetje van de lucht op

Slide 18 - Slide

Voorzichtig
Nooit proeven aan een stof!

Slide 19 - Slide

Waarom mag je een stof niet zomaar proeven?

Slide 20 - Open question

Onderzoek doen
- Je bepaalt een doel van je onderzoek
- Conclusie

Slide 21 - Slide

2.1 Stoffen in huis
KADER

Slide 22 - Slide

Stofeigenschappen
- Geur
- Kleur
- Smaak
- Brandbaarheid

Slide 23 - Slide

1.3 Meten 
BASIS

Slide 24 - Slide

Wat mag je NIET zomaar doen met een stof bij een onderzoek?
A
Proeven
B
Kijken
C
Luisteren

Slide 25 - Quiz

Meetapparatuur
- Zintuigen gebruiken om dingen waar te nemen
- Om resultaten precies te kunnen weten, meetapparatuur gebruiken.

Slide 26 - Slide

Dit is een voorbeeld van...
A
Vloeistof thermometer
B
Digitale thermometer

Slide 27 - Quiz

De vloeistof in een vloeistofthermometer...
A
Krimpt, als de temperatuur stijgt
B
Krimpt, als de temperatuur daalt
C
Zet uit, als de temperatuur stijgt
D
Zet uit, als de temperatuur daalt

Slide 28 - Quiz

Tijd
Analoog: klok met wijzers
Digitaal: klok met getallen

Slide 29 - Slide

Wat is de digitale tijd?
A
16:30
B
14:30
C
15:30
D
17:30

Slide 30 - Quiz

Hoe schrijf je kwart over drie (middag) in digitale tijd?
A
03.15
B
03.45
C
15.45
D
15.15

Slide 31 - Quiz

Eenheid
Eenheid is een maat waarin je meet
Eenheden van tijd zijn bijvoorbeeld: uren, minuten en secondes

Slide 32 - Slide

De eenheid van massa is ....
A
g
B
kg
C
m
D
m3

Slide 33 - Quiz

Welke is GEEN eenheid?
A
Minuten
B
Lengte
C
Centimeter
D
Kilogram

Slide 34 - Quiz

Lengte meten

Slide 35 - Slide

Zet de eenheden uit het metriek stelsel op volgorde van groot naar klein
km
dam
cm
mm
m
hm
dm

Slide 36 - Drag question

2.2 Zuivere stoffen en mengsels
KADER

Slide 37 - Slide

Mengsel
Ingrediënten > wat zit er in een voedingsmiddel

Mengsel > bestaat uit meerdere stoffen

Slide 38 - Slide

Zuivere stof
Zuivere stof > bestaat uit één stof

Voorbeelden: Suiker, Keukenzout (zonder jodium)

Slide 39 - Slide

Oplossing
Suiker oplossen in je thee

Water (thee) = oplosmiddel
Suiker = opgeloste stof

Altijd helder (doorheen kijken, kleur kan wel)

Slide 40 - Slide

Suspensie
Het mengsel is troebel (ondoorzichtig)
Voorbeeld: verf (roeren voor gebruik)

Slide 41 - Slide

Extraheren en Filtreren
Extraheren > geur- en smaakstoffen eruit trekken
Voorbeeld: koffie zetten. 

Filtreren > filter gebruiken 
- Koffie = filtraat
- Koffiedik = residu

Slide 42 - Slide

1.4 Practicum

Slide 43 - Slide