Werkwoordstijden - voorbeeld
Onvoltooid verleden tijd (ovt) - ik schreef, ik las
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) - ik heb geschreven, ik heb gelezen
Voltooid verleden tijd (vvt) - ik had geschreven, ik had gelezen
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) - ik zal schrijven, ik zal lezen