H3 Werken aan de kassa

H3 Werken aan de kassa
E&O
1 / 23
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 23 slides, with text slides.

Items in this lesson

H3 Werken aan de kassa
E&O

Slide 1 - Slide

Wat ga je leren?
  • Kassa klaar maken (paragraaf 3.1):
    De kassa voorbereiden voor gebruik.
    Gezond en klantgericht werken.
  • Artikelen scannen (paragraaf 3.2):
    Artikelen correct scannen met de juiste scanner.
    Extra handelingen uitvoeren (afwegen, beveiliging verwijderen, klantenacties).
  • Betaalmiddelen en afrekenen (paragraaf 3.3):
    Kennis van verschillende betaalmiddelen.
    Correct afrekenen en het proces goed beheersen.
  • Netjes en veilig werken (paragraaf 3.4):
    Voorkomen van kasverschillen.
    Tijdig afromen om te zorgen voor weinig geld in de lade.


Slide 2 - Slide

3 fasen van het verkoopgesprek

Slide 3 - Slide

Extra verkopen aan de kassa

Impulsartikelen
.

Bijverkoop

Slide 4 - Slide

Check out
Werken aan de kassa draait om communicatie met de klant. Maar er is meer. Om te zorgen dat alles goed verloopt, zorg je ervoor dat alles in orde is voordat de klant bij de check-out is.
 

  • Je zorgt ervoor dat de werkplek opgeruimd en schoon is.
  • Je zorgt ervoor dat alle hulpmiddelen op voorraad zijn. Denk aan wisselgeld, bonrollen voor de kassa, zegels en tassen.
  • Je zorgt ervoor dat artikelen die je bij de kassa verkoopt, zijn aangevuld.
  • Goede houding

Slide 5 - Slide

Koopgedrag
  1. Rationeel koopgedrag = De klant heeft goed nagedacht voordat zij iets koopt.


  2. Emotioneel koopgedrag = Je koopt iets omdat je het mooi vindt en niet kan laten staan.

Slide 6 - Slide

Streepjescode
  • De streepjescode geeft informatie over het land waar het product is gemaakt, over de fabrikant en over het soort artikel.
  • In de winkel of aan de kassa scan je de streepjescode en zie je de prijs. 

Slide 7 - Slide

Kassa met plu code
  • Voor artikelen zonder barcode is er een PLU-code.
  • Dit is een afkorting voor; Price Look-Up
  • Je voert het nummer in en de kassa weet welk artikel dit is.

Slide 8 - Slide

Soorten scanners aan de kassa

Handscanner
.

Glasplaatscanner

Slide 9 - Slide

Beveiliging verwijderen
Om winkeldiefstal te voorkomen, zijn sommige artikelen beveiligd.

Voorbeelden: elektronica en kleding. 
Om ervoor te zorgen dat klanten zonder piep door de poortjes naar buitengaan, haal je bij kassa de beveiliging eraf.

Hoe je de beveiliging verwijdert, is verschillend:
  • Plastic tags of boxen haal je van kleding of elektronica af. Die tags en boxen gebruik je weer bij andere artikelen.
  • Beveiliging door een code (vaak onzichtbaar) haal je eraf door het artikel over een plaat te halen bij de kassa. Deze plaat noem je deactiveerplaat.


Slide 10 - Slide

Loyaliteitsprogramma's

Slide 11 - Slide

Zelfscan kassa
Kan op 2 manieren:
  1. De klant neemt een handscanner mee in de winkel. De artikelen die de klant kiest, scant hij. 
  2. De klant scant zelf de artikelen bij de kassa. Als de klant alles heeft gescand, klikt hij aan dat hij wil betalen.

Slide 12 - Slide

Geld in verschillende vormen
  • pinnen met een (digitale) betaalpas
  • contactloos
  • met een waardebon.

In een webshop:
Internetbankieren

Slide 13 - Slide

Munten en papiergeld
Munten en papieren geld noem je contant geld.

Slide 14 - Slide

Vals geld
Omdat papieren geld door criminelen vervalst wordt, is er bij de kassa een hulpmiddel om te controleren of het geld echt is. 
Een echt biljet heeft kenmerken waardoor je zeker weet dat het echt is, zoals een watermerk
Het apparaat checkt deze kenmerken.  

Slide 15 - Slide

Digitaal geld
De klant rekent digitaal geld af door een betaalpas, mobiele telefoon of wearable (smartwatch, ring, horloge, armband of sleutelhanger)
te gebruiken.

Slide 16 - Slide

Kortingsbonnen

bon waarmee de klant korting krijgt op een bepaald artikel
Waardebonnen

bon waarmee de klant een bepaald bedrag (de waarde) kan uitgeven in de winkel

Slide 17 - Slide

Betalen in een webshop
  • IDEAL
  • PayPal = Bij het gebruik van PayPal betalen klanten met hun bankrekening, creditcard of PayPal-saldo. 
  • Klarna/Afterpay = Klarna en Afterpay bieden 'achteraf betalen' aan. 
  • Apple Pay/Google Pay = Met Apple Pay en Google Pay kunnen klanten betalen met hun mobiele apparaat dat gekoppeld is aan hun bankrekening of creditcard.
  • Creditcard = Creditcards bieden veilige betalingen voor klanten. De transactie verloopt via een beveiligd systeem en is overal geaccepteerd. De betaling is meestal achteraf. Voorbeelden van creditcards zijn Visa, MasterCard, American Express.

Slide 18 - Slide

Veilig werken aan de kassa
  • Geld dat je aanneemt goed te controleren
  • Ervoor te zorgen dat er niet te veel geld in de geldla zit
  • Bij het afsluiten van de kassa ervoor te zorgen dat deze goed op slot is en dat je er niet mee door de winkel loopt als er nog klanten zijn.

Slide 19 - Slide

Afromen
Je vergroot de veiligheid door ervoor te zorgen dat er niet veel geld in de geldla zit. Je bergt een teveel aan munten, bankbiljetten en waardebonnen op.

Slide 20 - Slide

Controleren en afsluiten
  • Je roomt nog een keer af.
  • Je kijkt bij de kassa of je niets vergeet om in de geldla te doen. Denk aan een bonnetje of een muntje dat per ongeluk op de grond viel.
  • Je meldt je daarna af bij de kassa. Dat betekent dat niemand meer iets kan aanpassen.

Slide 21 - Slide

Netjes werken aan de kassa
Naast dat je veilig werkt aan de kassa, moet je ook netjes werken aan de kassa. Door precies en netjes te werken voorkom je derving.
 

Je voorkomt derving door:
  • Voorzichtig om te gaan met artikelen
  • Kasverschillen te voorkomen
  • De kassa en kassa-omgeving opgeruimd en schoon te houden.

Slide 22 - Slide

Kasverschillen voorkomen
Kasverschil =verschil tussen het totale bedrag van alle aankopen en het geld dat in de kassa zit.

Voorbeeld:
Klanten hebben voor € 1000 aan artikelen gekocht.
Er zit € 380 contant geld in de geldla.
Er is voor € 600 gepind.

Is er een kasverschil? Ja, want in plaats van € 1000 zit er 380 + 600 = € 980 in de geldla. Er is dus een kasverschil van € 20. Dat betekent dat de winkel dit geld mist. Het is derving.

Slide 23 - Slide