Les 2 van Schrijven 2

Welkom!
  • Telefoons in de bak.
  • Plek zoals op de plattegrond.
  • Tas naast de stoel.
  •  Pak je Chrombook (dicht laten).
  • Gezicht naar het bord.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
  • Telefoons in de bak.
  • Plek zoals op de plattegrond.
  • Tas naast de stoel.
  •  Pak je Chrombook (dicht laten).
  • Gezicht naar het bord.

Slide 1 - Slide

Hogere verwachtingen
We zijn inmiddels gewend aan de school en aan elkaar.
Daarom verwacht ik nu meer van jullie dan aan de start van het jaar.
We hebben vorige keer daarom de volgende afspraken gemaakt...

Slide 2 - Slide

Deze  afspraken hadden we gemaakt
  • Tijdens de opstart + uitleg praat je alleen als je je vinger opsteekt en je de beurt krijgt.
  • Je bent geconcentreerd met je werk bezig.
  • Als we het lokaal verlaten, staan de tafels recht en zijn de stoelen aangeschoven.

Afspraak: 3 streepjes op bord = melden in eigen tijd.

Slide 3 - Slide

Programma
  1. Terugblik.
  2. Uitleg opdrachten les 2.
  3. Aan het werk.

Slide 4 - Slide

Aylien toets afmaken.

Slide 5 - Slide

Programma 1E
Korte uitleg.
Opdrachten maken.
Pauze.
Werken aan mini-tijdschrift.

Slide 6 - Slide

Met welke 2 dingen hou je ook alweer rekening als je een tijdschrift gaat schrijven?

Slide 7 - Slide

Schrijfdoel en publiek
  • Met je tekst kun je verschillende doelen hebben:  

  1. Iemand amuseren (plezier in lezen geven).
  2. Iemand informatie geven of iets leren.
  3. Iemand overtuigen van iets.

  • Het publiek is voor wie je de tekst schrijft. Bijvoorbeeld kinderen, mensen die van technologie houden of autoliefhebbers.

Slide 8 - Slide

Conclusie
Voordat je een tekst schrijft, bedenkt je:

  1. Wat is mijn schrijfdoel?
  2. Wie is mijn publiek?

Slide 9 - Slide

Nieuw woord: steekwoorden
Wat zijn dit?

Waar gebruik je ze voor?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
Bij het onderwerp vliegtuigen kunnen steekwoorden zijn:
  • Vleugels.
  • Motoren.
  • Piloten.
  • Stewardessen.

Slide 12 - Slide

Opdracht
Maak een WORD-document waarin je de volgende vragen beantwoord:
  1.  Wat is het onderwerp van mijn tijdschrift?
  2. Wat is het doel van het tijdschrift? 
  3. Voor wie is het tijdschrift bedoeld?
  4. Hoe houd ik tijdens het maken rekening met mijn publiek?

Slide 13 - Slide

Opdrachten maken van les 2 (Basis)
Opdracht 1 doen we niet!
  1. Je gaat bij opdracht 2 zes steekwoorden bedenken over je onderwerp.
  2. Die schrijf je op in de schrijftool van opdracht 2.
  3. Daarna ga je informatie zoeken bij elk steekwoord en dat schrijf je in de rechterkolom (=opdracht 3).

Slide 14 - Slide

Opdrachten van les 2 (kader)
  • Maak van les 2:
Opd. 1 t/m 4
  • Opdracht 5 (je tijdschrift maken)
Volg daarvoor de opdracht met het voorbeeld die je uitgedeeld krijgt!
Het minitijdschrift moet morgen af zijn. Je hebt je tijd dus hard nodig!




Slide 15 - Slide

Opdrachten maken van les 3 en 4 (Basis)
  • Maak van les 3:
Opdracht 1t/m 3.
  • Maak van les 4:
Opdracht 1 en 2.

Let op. Sla je tijdschrift op met een naam die je later makkelijk terug kan vinden!



Slide 16 - Slide

Huiswerk

Slide 17 - Slide