Schrijven 2 les 1

Schrijven 2 les 1

Je gaat in deze les:
- nadenken over wat je vooral schrijft
- een onderwerp bedenken voor een minitijdschrift
-je onderwerp kleiner maken
-opschrijven wat je al weet over het onderwerp.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Schrijven 2 les 1

Je gaat in deze les:
- nadenken over wat je vooral schrijft
- een onderwerp bedenken voor een minitijdschrift
-je onderwerp kleiner maken
-opschrijven wat je al weet over het onderwerp.

Slide 1 - Slide

Welke tijdschriften ken jij?

Slide 2 - Mind map

De zes stappen om een goede tekst te schrijven zijn:
1. Kies je onderwerp.
2. Bepaal je doel en je publiek.
3. Verzamel informatie.
4. Orden informatie.
5. Schrijf en herschrijf je tekst.
6.Geef je tekst een passende tekst.

Slide 3 - Slide

-In deze les en de komende lessen maken jullie je eigen tijdschrift.
- Je mag schrijven over een onderwerp waar JIJ enthousiast van wordt.
-Je geeft je tijdschrift een eigen naam.

Slide 4 - Slide

Onderwerp kleiner
maken:

Denk aan het tekstgeraamte
Onderwerp
&
deel-
onderwerpen

Slide 5 - Slide

DOEL: 
- iemand amuseren ( plezier in lezen geven).
- iemand informatie geven of iets leren.
- iemand overtuigen van iets.
            

PUBLIEK:
- klasgenoten of leeftijdsgenoten
- volwassen mensen
- kinderen

Slide 6 - Slide

Kies een onderwerp waar je veel van weet.
Probeer alle losse woorden die je weet op te schrijven.


Hoe kunnen we dit het beste doen?

Slide 7 - Slide

WOORDWEB

Slide 8 - Slide

VRIJE BRAINSTORMING

Slide 9 - Slide

WH-vragen
- Wie
- Wat
- Waar
- Waarom
- Waarom
- Hoe

Slide 10 - Slide

Jullie gaan aan de slag met de opdrachten :
Schrijven 2         les 1
1: Wat heb je het afgelopen jaar allemaal geschreven?
2: Schrijf de tijdschriften op die jij kent.
3: Kies een onderwerp voor jouw tijdschrift.
4: Maak je onderwerp kleiner ---> deelonderwerpen.
5: Voor wie is je tijdschrift bedoeld? Je doelgroep.
6. Maak een woordweb.

Slide 11 - Slide