Let op je hebt twee soorten grammatica:
-woordsoorten--> elk woordje heeft een naam: lw/zn/bn/ww/vz/tw
-zinsdelen--> je hakt de zinnen in delen: pv/wg/o/lv/mwvp
Opdracht 1 gaat over de zinsdelen waar je vorig jaar mee geoefend hebt.
Maak zelfstandig opdracht 1, deze kijken we over 5 minuten samen even na