This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Ik kan het meewerkend voorwerp vinden in een zin
Gezegde: alle werkwoorden uit de zin
Persoonsvorm => verander de zin van tijd
onderwerp: wie (wat) + gezegde?
lijdend voorwerp: wat (wie) + gezegde + onderwerp?
meewerkend voorwerp: aan/voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?