Quiz voeding opdracht 10 deel 2

• Paardenhouderij
• MBO
• Studiejaar 1

Quiz vragen Voeding

Opdracht 10 deel 2

Anorganische stoffen zijn koolhydraten, eiwitten en vetten.

1. Juist
2. Onjuist

De oplosbare koolhydraten worden met name verteerd in de Maag en de dunne darm.

1. Juist
2. Onjuist

Als een paard teveel eiwitten krijgt worden de nieren zwaar belast.

1. Juist
2. Onjuist

De verhouding calcium / fosfor in de botten van een paard zijn twee delen fosfor en één deel calcium.

1. Juist
2. Onjuist

In granen is de verhouding calcium / fosfor twee delen fosfor en één deel calcium.

1. Juist
2. Onjuist

26. Tarwe en maïs bevatten beide veel zetmeel.

1. Juist
2. Onjuist

Luzerne bevat veel suiker, zetmeel en ruwe celstof.

1. Juist
2. Onjuist

Haver zorgt bij sommige paarden voor meer pit en bravoure.

1. Juist
2. Onjuist

Luzerne bevat veel calcium en weinig fosfor.

1. Juist
2. Onjuist

Wanneer je luzerne voert kun je de calcium / fosfor verhouding corrigeren met granen.

1. Juist
2. Onjuist

Voordroogkuil moet je binnen 2 weken opvoeren.

1. Juist
2. Onjuist

Bietenpulp bevat veel gemakkelijk te verteren vezels voor energie.

1. Juist
2. Onjuist

Eiwitten worden met name verteerd in de dikke darm.

1. Juist
2. Onjuist

Pepsine breekt grote eiwitstructuren af naar kleinere eiwitstructuren.

1. Juist
2. Onjuist

Eiwitten worden afgebroken tot aminozuren

1. Juist
2. Onjuist

Oplosbare koolhydraten zijn vezels.

1. Juist
2. Onjuist

Oplosbare koolhydraten geven veel energie.

1. Juist
2. Onjuist

Complexe koolhydraten worden met name in de blinde darm afgebroken.

1. Juist
2. Onjuist

Vertering van vet begint in de maag.

1. Juist
2. Onjuist

Vet is pure energie.

1. Juist
2. Onjuist

Een paard is binnen enkele dagen gewend aan vet in het voer.

1. Juist
2. Onjuist