Opdracht zelfstandig (5 minuutjes)
- Bedenk bij 5 verschillende signaalwoorden een voorbeeldzin
- Schrijf erbij welk verband het is (onder het schema)
Bijvoorbeeld: het signaalwoord "daarom"
"Gisteren ging ik pas laat naar bed, daarom ben ik nog een beetje moe" > oorzaak-gevolg