hoe zijn deze begrippen van toepassing op het vorige filmpje?
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Geboortecijfer
populatiegrootte
voedselbeschikbaarheid
soort
Slide 10 - Slide
Sterftecijfer
biotisch
predatie
ziekte
voedseltekort
abiotisch
droogte
hitte/kou
Slide 11 - Slide
DOEL
Je kunt in een gegeven situatie beargumenteren wat de beste methode is om een populatiegrootte te bepalen. Je kunt de volgende methoden toepassen: Tellen, Steekproef, Vangen-Merken-Terugvangen
Slide 12 - Slide
Hoe bepaal jij het aantal reuzenbromelia's?
Slide 13 - Slide
Tellen of steekproef?
Tellen: Weinig individuen en makkelijk te zien
Steekproef: Veel individuen en homogeen verdeeld
Slide 14 - Slide
0
Slide 15 - Video
vangen-merken-terugvangen
vang en merk een deel van de populatie
geef dieren tijd om zich opnieuw te verdelen
vang een deel van de populatie en tel de gemerkte dieren
aanname:
verhouding gemerkt/ongememerkt is bij de 2e vangst gelijk aan de verhouding in de totale populatie
Slide 16 - Slide
Samen een voorbeeld uitwerken
zelfstandig: lees 15.5.2
Slide 17 - Slide
Een boswachter in nationaal park de hoge veluwe wil weten hoeveel zwijnen er in het park zijn. Hij beschiet er 25 met watervaste verf. Hij vraagt een groepje studenten om een week later zwijnen te zoeken. Van de 100 zwijnen die ze vinden hadden er 2 een verfvlek. Bereken de grootte van de zwijnenpopulatie.
Slide 18 - Open question
Bedenk een rekenvraag over vangen-merken-terugvangen over een soort naar keuze. Maak er een leuk verhaaltje van. (Antwoord berekenen en voor jezelf houden)