WI 1T P5 - H10.3 Procenten

H10 - Breuken

WI 1T P5 Week3

H10.3 Procenten

1 / 33

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H10 - Breuken

WI 1T P5 Week3

H10.3 Procenten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen W1

12.1 Werken met formules

Ik kan van een woordformule een letterformule maken door woorden te vervangen met letters.

Ik kan een pijlenketting bij een formule maken.

12.2 Gelijke formules

Ik kan controleren of formules gelijk zijn door pijlenkettingen bij de formules te maken.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen W2

12.3 Pijlenketting omkeren

Ik kan een omgekeerde pijlenketting maken door alleen de pijlen te draaien en door alleen de bewerkingen te veranderen.

12.4 Vergelijking oplossen

Ik kan een vergelijking opstellen uit een verhaal.

Ik kan een vergelijking oplossen m.b.v. omgekeerde pijlenketting.

10.1 Gelijknamige breuken

Ik kan breuken vereenvoudigen door de teller en noemer te delen door hetzelfde getal.

Ik kan gelijknamige en ongelijknamige breuken optellen en aftrekken

Slide 3 - Slide

Leerdoelen W3

12.5 Oplossing afronden

Ik kan oplossing afronden afhankelijk van de situatie.

10.2 Deel van een hoeveelheid

Ik kan een deel van een hoeveelheid berekenen door te delen door de noemer en de uitkomst te vermenigvuldigen met de teller.

Ik kan afronden naar een geheel getal afhankelijk van de situatie.

Slide 4 - Slide

Leerdoelen W4

10.3 Procenten

Ik kan percentages omrekenen naar breuken omgekeerd.

Ik kan rekenen met handige percentages.

Slide 5 - Slide

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 7 ​}

Geef de teller en de noemer
van deze breuk.

Slide 6 - Mind map

\frac{​ 2 7 ​ ​}{​ 4 5 ​}

Met welk getal kan je beste onderstaande
breuk gebruiken om te vereenvoudigen?

Slide 7 - Mind map

Vereenvoudig deze breuk zoveel mogelijk.

\frac{​ 4 0 ​ ​}{​ 6 0 ​}

\frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 1 5 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 4 0 ​ ​}{​ 6 0 ​}

Slide 8 - Quiz

Vereenvoudig deze breuk zoveel mogelijk.

\frac{​ 5 0 ​ ​}{​ 1 5 0 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 5 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 2 5 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​}

Slide 9 - Quiz

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 2 1 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 4 ​} = \frac{​ 3 ​ ​}{​ a ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 4 ​} = \frac{​ b ​ ​}{​ c ​}

Maak eerst gelijknamig.
Wat komt er op de letters te staan?

Slide 10 - Mind map

Bereken en vereenvoudig zoveel mogelijk:

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​} = . . .

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 2 ​} = . . .

Slide 11 - Open question

Bereken:

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​} = . . .

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 6 ​} = . . .

Slide 12 - Open question

Voor een timmerklus thuis heb ik totaal €144,- te besteden.
Van dit bedrag wil ik maximaal besteden aan houten planken.
Een houten plank kost €5,95.
Hoeveel planken kan ik maximaal kopen?

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​}

Slide 13 - Open question

10.3 Procenten

Ik kan percentages omrekenen naar breuken omgekeerd.

"Procent" betekend "per honderd".

Slide 14 - Slide

Van percentage naar breuk

Slide 15 - Slide

Schrijf als een breuk en vereenvoudig.
24%

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​} = . . .

Slide 16 - Open question

Schrijf als een breuk en vereenvoudig.
55%

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​} = . . .

Slide 17 - Open question

Van breuk naar percentage

Slide 18 - Slide

Schrijf als een percentage

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​} = . . .

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 2 0 ​}

Slide 19 - Open question

Schrijf als een percentage.

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​} = . . .

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 2 5 ​}

Slide 20 - Open question

10.3 Procenten

Ik kan rekenen met handige percentages.

Slide 21 - Slide

Bereken:

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​} = . . .

Slide 22 - Open question

Bereken:

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​} = . . .

Slide 23 - Open question

Enquete Leerdoelen

Geef in de volgende slides aan hoe je er voor staat bij de afgelopen leerdoelen.

Slide 24 - Slide

Ik kan van een woordformule een letterformule maken door woorden te vervangen met letters.

😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Ik kan een pijlenketting bij een formule maken.

😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ik kan controleren of formules gelijk zijn door pijlenkettingen bij de formules te maken.

😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Ik kan een omgekeerde pijlenketting maken door alleen de pijlen te draaien en door alleen de bewerkingen te veranderen.

😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Ik kan een vergelijking opstellen uit een verhaal.

😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Ik kan een vergelijking oplossen m.b.v. omgekeerde pijlenketting.

😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Ik kan oplossing afronden afhankelijk van de situatie.

😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Ik kan een deel van een hoeveelheid berekenen door te delen door de noemer en de uitkomst te vermenigvuldigen met de teller.

😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Zelfstandig werken

Je hebt gewerkt aan de voorbereiding van 10.2

Ga nu aan de slag met 10.2

Kijk dit na en lever in in showbie.

Slide 33 - Slide

WI 1T P5 - H10.3 Procenten

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Poll

Slide 26 - Poll

Slide 27 - Poll

Slide 28 - Poll

Slide 29 - Poll

Slide 30 - Poll

Slide 31 - Poll

Slide 32 - Poll

Slide 33 - Slide

More lessons like this

WI 1T P5 - H10.2 Deel van een hoeveelheid

1J. 10.3 Procenten

10.3 Procenten

10.3 Procenten

Mw Kgt 1 Hf 10 breuken

Mw Kgt 1 Hf 10 breuken

Hoofdstuk 10.3 & 10.4 (1e leerjaar TL I MW)

Hoofdstuk 8 §5 & §6