This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
welkom bij geschiedenis
kennismaken
uitleg
inloggen
instructie
Slide 1 - Slide
drie regels.
1. Je zorgt ervoor dat je spullen in orde zijn
2. Telefoons staan uit/stil en in je tas
3. Je zit op een vaste plek.
Slide 2 - Slide
Inloggen
Memo
classroom
Lesson up
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Heb jij in de vakantie iets historisch gezien of bezocht?
Slide 5 - Open question
Verboden woord
Je mag het woord 'vroeger', 'historie' en 'verleden' niet gebruiken.
Slide 6 - Slide
Waar gaat geschiedenis over?
Slide 7 - Open question
Waarom krijg je het vak geschiedenis op school ?
Wat is volgens jullie de belangrijkste reden?
1. – Kennis van het verleden helpt je te begrijpen waarom de wereld om je heen is zoals hij is –
2 – Bij het vak geschiedenis vraag je je af wat waar is.
3 – Bij het vak geschiedenis leer je dat mensen – vroeger én nu – altijd verschillende meningen hebben over de wereld om hen heen.
4 . Je denkt na over wat mensen vroeger goed en fout vonden en waarom. Bijvoorbeeld: was het tijdens de Tweede Wereldoorlog verkeerd om niet bij het verzet te gaan? Nadenken over zulke vragen helpt je ook om in deze tijd te bepalen wat je goed en slecht vindt.
5 - ....... (misschien heb je nog een reden bedacht)
Slide 8 - Slide
Verandering
Iets dat anders wordt.
Kleine of grote verandering
Snelle of geleidelijke verandering.
Continuïteit
Dingen die hetzelfde blijven, ook als andere zaken veranderen.
Verandering
Iets dat anders wordt.
Kleine of grote verandering
Snelle of geleidelijke verandering.
Continuïteit
Dingen die hetzelfde blijven, ook als andere zaken veranderen.
Slide 9 - Slide
Verandering
Iets dat anders wordt.
Kleine of grote verandering
Snelle of geleidelijke verandering.
Continuïteit
Dingen die hetzelfde blijven, ook als andere zaken veranderen.
Verandering
de regels binnen het geloof
de hoeveelheid mensen die geloven
de gebruiken binnen een geloof
Continuïteit
mensen geloven in een god
mensen geloven in een leven na de dood
mensen zoeken naar zekerheid
Slide 10 - Slide
op verschillende manieren kijken naar de geschiedenis
Ieder kind moet gaat naar school
dat moet: regel in de wet
dat hoort: regel in elk gezin
dat geeft voordeel: meer kansen voor jezelf
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
soorten veranderingen (invalshoeken)
Economische
Politieke
Sociale
Culturele
Slide 13 - Slide
Economische veranderingen
Waar leven de mensen van?
Hoe verdienen de mensen hun geld?
Slide 14 - Slide
Politieke veranderingen
Welke machtsverhoudingen bestaan er binnen de samenleving?
Welke machtsverhoudingen zijn er met andere samenlevingen?
Slide 15 - Slide
Politieke veranderingen
Wie heeft de macht in het land: is er een dictator of is er sprake van een democratie: 1 baas of het volk de baas
Slide 16 - Slide
Politieke veranderingen
Is er sprake van vrede of oorlog. Op welke wijze werken landen samen.
Slide 17 - Slide
Culturele veranderingen
Wat is er zichtbaar van het dagelijks leven: kleding, feesten, gebouwen, eten, taal
Welke overtuigingen, gevoelens en gedachten hadden de mensen: je normen en waarden, je mening
Slide 18 - Slide
Culturele veranderingen
Alle uitingen van cultuur. kleding, kunst, gebouwen, etc.
Slide 19 - Slide
Culturele veranderingen
Hoe denken de mensen met betrekking tot geloof, idealen, dromen.
Een culturele verandering is soms dus ook religieus.
Slide 20 - Slide
Sociale veranderingen
Slide 21 - Slide
Kerken krijgen steeds minder bezoekers. Ze worden vaak nu gebruikt als woning of restaurant.
A
economisch
B
politiek
C
cultureel
D
sociaal
Slide 22 - Quiz
Steeds minder mensen leven van de landbouw opbrengsten.
A
economisch
B
sociaal
C
cultureel
D
politiek
Slide 23 - Quiz
Amerika en de Sovjet-Unie streden tegen elkaar om als eerste een mens op de maan te zetten.
A
economisch
B
sociaal
C
cultureel
D
politiek
Slide 24 - Quiz
Het corona-beleid heeft ervoor gezorgd dat sommige bedrijven moeten sluiten.
A
economisch
B
politiek
C
cultuur
D
sociaal
Slide 25 - Quiz
De kunst van Vincent van Gogh werd pas na zijn dood populair.
A
economisch
B
jammer voor Vincent
C
cultureel
D
politiek
Slide 26 - Quiz
De afstand tussen arm en rijk wordt steeds groter.
A
economisch
B
politiek
C
cultureel
D
sociaal
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Wat weet je al over de Reformatie en de Nederlandse Opstand?
Slide 30 - Mind map
Slide 31 - Slide
1a. Op bron 1 zijn twee groepen te zien. Noem deze groepen, beschrijf hoe ze eruitzien, welke kleren ze aan hebben en wat ze doen.