dialogues au marché/au café

Tâche: au marché/café/resto
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Tâche: au marché/café/resto

Slide 1 - Slide

Au marché/café/resto
Zeven verschillende stands/kraampjes (bedenk goede naam)
Bereid beide rollen voor: verkoper en klant 
  • Boodschappenlijstje: minimaal 5 producten voor de vier winkeltjes (boulangerie, boucherie, fruits&légumes, supermarché)
  • Spiekbriefje voor beide rollen: welke zinnen gebruik je? 
  • Winkeltje/café/restaurant inrichten: maak afspraken

Slide 2 - Slide

Quoi faire?
1) Café: drankenkaart + prijzen
2) Crêperie: menukaart + prijzen (5 soorten crêpes)
3) Fruits & légumes: reclamefoldertje (5 producten + prijzen)
4) Boulangerie: reclamefoldertje (5 producten + prijzen)
5) Boucherie: reclamefoldertje (5 producten + prijzen)
6) Pizzeria: menukaart + prijzen (5 soorten pizza's)
7) Supermarché: reclamefoldertje (5 producten + prijzen

Slide 3 - Slide

Sources

  • Chapitre 2 (classe 1): phrases, vocabulaire, grammaire
  • Mijnwoordenboek alléen voor losse woordjes, geen zinnen
  • Je werkgroepleden

Slide 4 - Slide

Tekst

Slide 5 - Slide

Tekst
De kaart a.u.b.
Ik ben dol op cola.
Wat is dat? 
Eet smakelijk. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

.....
.....
.....
.....
.....

Slide 8 - Slide

Un dialogue au restaurant
Vous avez réservé une table?
Vous avez choisi?
Vous voulez boire quelque chose?
Oui, j'ai réservé au nom de Debbouze.
Comme entrée, je voudrais du jambon
Pour moi, un verre d'eau, s'il vous plaît.

Slide 9 - Drag question

Un dialogue au restaurant
Où sont les toilettes?
L'addition s'il vous plait.
Monsieur, la carte s'il vous plait.
Elles sont au fond du restaurant.
Ça fait trente euros cinquante.
Voilà.

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

La boulangerie
La boucherie
Le café
Fruits et légumes
Une crêperie
Une pizzeria
Un supermarché

Slide 12 - Drag question

9

Slide 13 - Video

00:36
Qu'est-ce tu fais?
A
Je stelt jezelf voor.
B
Je meldt je bij de bediening.

Slide 14 - Quiz

00:52

Slide 15 - Open question

01:02

Slide 16 - Open question

01:37
bien cuit - à point - saignant
A
pinnen - cash - credit card
B
doorbakken - medium - rood
C
wit - rood - rosé
D
voor - hoofd- na

Slide 17 - Quiz

01:46
Payer l'addition: tu fais quoi?

Slide 18 - Open question

03:02
Carafe d'eau - Bouteille d'eau (la différence)

Slide 19 - Open question

03:14
Quoi est gratuit?

Slide 20 - Open question

03:36
Un pourboire, c'est quoi?
A
een fooi
B
een rekening
C
een drankje
D
een pepermuntje

Slide 21 - Quiz

03:48
Quel est votre plat préféré au restaurant? (Mon plat préféré est...)

Slide 22 - Open question

Planning: cette semaine
  • Eerste en tweede uur: verder voorbereiden en oefenen
  • Derde uur: 
  1. Inrichten winkel
  2. Ronde oefenen, daarna doorwisselen tot iedereen is beoordeeld
  3. Beoordeling van elkaar en beoordeling van medewerker

Slide 23 - Slide

Au travail!

Slide 24 - Slide