This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Nederlands
KT3c
Meneer Prins
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
1. Herhaling: activerende teksten
2. Woorden met een positieve gevoelswaarde
3. Opdrachten maken
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
> Je kunt een activerende tekst schrijven.
> Je weet wat woorden met een positieve gevoelswaarde zijn.
> Je hebt opdrachten gemaakt.
Slide 3 - Slide
Activerende tekst
Slide 4 - Mind map
Overhalende/ activerende tekst
Slide 5 - Slide
Tekstvormen overhalende tekst
Folder
Reclametekst
Busreclame
Slide 6 - Slide
A
Informerende tekst
B
Amuserende tekst
C
Activerende tekst
D
Betogende tekst
Slide 7 - Quiz
Overhalende/ aansporende tekst
> Weinig tekst; > Speciale woorden om lezer over te halen; > Overdrijving; > Woordgrappen, humor, rijm; > Grote of opvallend gedrukte woorden; > Opvallende afbeeldingen; > Tekst en afbeeldingen vullen hele pagina.
Slide 8 - Slide
Wat zijn woorden met een positieve gevoelswaarde?
Slide 9 - Open question
Woorden met een positieve gevoelswaarde
Voorbeeld Dame (positieve gevoelswaarde) of wijf (negatieve gevoelswaarde)
Positief of negatief? - Halfvol - Halfleeg
Slide 10 - Slide
Opdrachten
TL
Wat: Schrijven, blok 2: je leest blz. 144 grondig en maakt opdracht 4 op blz. 114 en levert deze in via de inleverknop in Teams.
Hoe: individueel Hulp: docent Tijd: 15 minuten Uitkomst: nodig voor opdrachten Klaar: je leest blz. 115 grondig. Hierna ga je lezen in je leesboek.
Slide 11 - Slide
Wat hebben we geleerd?
Hebben we onze leerdoelen gehaald?
> Je kunt een activerende tekst schrijven. > Je weet wat woorden met een positieve gevoelswaarde zijn. > Je hebt de opdrachten gemaakt.
Huiswerk: Schrijven, blok 2: je leest blz. 114 grondig en maakt opdracht 4 op blz. 114 en levert deze in via de inleverknop in Teams.