H4 - week 19 - les 1, 2
Mal üben...
Notiere die richtigen Formen der Steigerungsstufen ins Heft. Hilfsmittel: Buch S. 163
1. Meine Schwester ist (kleiner) ___________ als ich.
2. Jan ist lang, John ist länger aber Fritz ist am _______________ (langst).
3.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3-5
This lesson contains 20 slides, with text slides.
Items in this lesson
Mal üben...
Notiere die richtigen Formen der Steigerungsstufen ins Heft. Hilfsmittel: Buch S. 163
1. Meine Schwester ist (kleiner) ___________ als ich.
2. Jan ist lang, John ist länger aber Fritz ist am _______________ (langst).
3.
Slide 1 - Slide
H4 - Woche 19 - Stunde 1, 2
Slide 2 - Slide
Auf dem Tisch
Klaarleggen:
- Arbeitsbuch + Fachbuch
- Heft
- Stift
Anfangsaufgabe
- Nimm ein Buch vom Stapel.
- Wir lesen 10 Minuten.
- Buch ausgelesen = Buchbesprechung ausfüllen.
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Planung Stunde 1
Weißt du es noch? - Verben o.t.t. & Vokabeln
Lesen: K4 L1 Text 'Stellenanzeige' + Aufgabe 8
Sprechen: Fragen stellen und beantworten
Lernziele
- Je kunt werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.
- Je kunt relevante informatie vinden en begrijpen in brochures en korte officiële documenten op internet of andere media.
- Je kunt vragen beantwoorden die over vertrouwde thema's gaan.
Slide 4 - Slide
Weißt du es noch? - Verben und Vokabeln o.t.t.
Mache einen Satz mit den den Verben (o.t.t.) Vokabeln. Notiere sie ins Heft. Let op: zet de werkwoorden in de goede volgorde en vertaal de NL woorden in het Duits.
1. in de zomer - haben - Ferien .
2. anrufen - tafel reservieren - vandaag.
3. thuis - arbeiten - twee keer per week.
4. werden - trouwen - volgend jaar.
timer
3:00
Slide 5 - Slide
Lesen: K4 Lektion 1 Aufgabe 8 (Stellenanzeige)
Wie
1. Lies die Aufgabe und den Text
2. Wähle welche Fragen in der Stellenanzeige beantwortet werden.
3. Übersetze die Nachricht. Benutze ein Wörterbuch wenn nötig.
Mit wem
Selbstständig, Ruhe
Zeit
15 Minuten
Ergebnis
Die Antworten werden nach 15 Minuten besprochen
timer
15:00
Slide 6 - Slide
Sprechen: Speeddating auf Deutsch
1. Je krijgt een kaartje met daarop 3 vragen. Stel om de beurt een vraag. De vragen
beantwoord je in het Duits in een volledige (korte) zin. Per ronde krijg je 2
Minuten.
2. Geef de kaartjes door aan de tafel voor je (per rij). De voorste rij geeft de kaartjes
aan de achterste rij. Er zijn 5 rondes van 2 minuten
timer
2:00
Slide 7 - Slide
Nächste Stunde
1. 10 Minuten lesen
2. Grammatik:
- Trappen van vergelijking
- Vergelijkwoorden
Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.
Slide 8 - Slide
H4 - Woche 19 - Stunde 1, 2
Slide 9 - Slide
Auf dem Tisch
Klaarleggen:
- Arbeitsbuch + Fachbuch
- Heft
- Stift
Anfangsaufgabe
- Nimm ein Buch vom Stapel.
- Wir lesen 10 Minuten.
- Buch ausgelesen = Buchbesprechung ausfüllen.
timer
10:00
Slide 10 - Slide
Planung Stunde 1
Grammatik: trappen van vergelijking en vergelijkwoorden (Steigerungsstufen) + Aufgabe 10, 11, 12
Lernziele
- Je kunt de trappen van vergelijking toepassen en zaken met elkaar vergelijken in het Duits.
Slide 11 - Slide
die Steigerungsstufen?
De trappen van vergelijking worden gebruikt om twee of meer zaken met elkaar te vergelijken. Naast (1) de stellende trap (mooi) heb je (2) de vergrotende trap (mooier) en (3) de overtreffende trap (mooist).
Van bijvoeglijke naamwoorden (zoals mooi) kunnen dus vormen worden afgeleid (mooier, mooist) die aangeven of de eigenschap sterk aanwezig is of zelfs heel sterk aanwezig is.
Slide 12 - Slide
Grammatik: die drei Steigerungsstufen
1. (positiv) de stellende trap schnell
2. (komperativ) de vergrotende trap schneller --> stellende trap + er
3. (superlativ) de overtreffende trap schnellst --> stellende trap + st
schön
traurig
positiv
koperativ
superlativ
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Mal üben...
Notiere die richtigen Formen der Steigerungsstufen ins Heft. Hilfsmittel: Buch S. 163
1. Meine Schwester ist (klein) ___________ als ich.
2. Jan ist lang, John ist länger aber Fritz ist am _______________ (lang).
3. Dieses Auto ist _______________ (teuer) als das Haus.
4. Ich finde deine Lösung gut, aber Annas Lösung ist eigentlich _____________(beter).
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Mal üben...
Notiere die richtigen Formen der Steigerungsstufen ins Heft. Hilfsmittel: Buch S. 163
1. Jens ist genauso groß ________________ (als) ich, aber ich bin größer __________(dan)
Ben. Aber Jan ist __________________ (het grootst).
Slide 18 - Slide
Grammatik: K4 L1 Aufgabe 10, 11, 12
Wie
1. Lies zuerst die Aufgaben
2. Ergänze die Antworten (Hilfsmittel Grammatik A und B)
Mit wem
Selbstständig
Zeit
20 Minuten
Ergebnis
Aufgaben werden nach 20 Minuten besprochen
Fertig
1. Lernen K4 Lernbox Lektion 1 (D-N)
2. Buch lesen
timer
20:00
Slide 19 - Slide
Nächste Stunde
- Overhoren: K4 L1 (D-N)
- Vokabeln: K4 L2 + Aufgabe 15
- Hören: K4 L2 Aufgabe 20
Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.
