Werkwoorden

Werkwoorden
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoorden

Slide 1 - Slide

Werkwoorden
Bij sommige werkwoorden past het woord 'zich'
zich vergissen:
ik vergis me
jij vergist je
hij/zij vergist zich
u vergist zich
wij vergissen ons
jullie vergissen je
zij vergissen zich

Dan is het werkwoord pas compleet als je "zich" ook hebt vervoegt.

Slide 2 - Slide

Andere voorbeelden
zich veroorloven, zich omkleden, zich bedenken, zich haasten, zich voorstellen, zich herinneren, zich scheren, zich overgeven, zich verontschuldigen, zich concentreren, zich ontspannen, zich voelen, zich realiseren, zich afvragen, zich zorgen maken, zich vervelen.
Het werkt alleen altijd hetzelfde.

Let op: zich hoort dan dus ook  bij het gezegde! :-)

Slide 3 - Slide

Jullie ontspannen .....

Slide 4 - Open question

U voelt ..... goed

Slide 5 - Open question

Wij concentreren .....

Slide 6 - Open question

Jij stelt ...... aan

Slide 7 - Open question

Ik vergis ..... vaak

Slide 8 - Open question

Jij schaamt ...

Slide 9 - Open question

Zij haast .....

Slide 10 - Open question

Wij maken .... zorgen

Slide 11 - Open question

Wat is het gezegde van deze zin?
Jullie maken je zorgen om niks.

Slide 12 - Open question

Wat is het gezegde van deze zin?
Hij vergiste zich in de tijd.

Slide 13 - Open question

Wat is het gezegde van deze zin?
De man scheerde zich in de ochtend.

Slide 14 - Open question

Wat is het gezegde van deze zin?
Jullie vragen je iets af.

Slide 15 - Open question

Wat is het gezegde van deze zin?
Hij stelt zich aan ons voor.

Slide 16 - Open question

Wat is het gezegde van deze zin?
Zij moet zich beter concentreren.

Slide 17 - Open question

Zelfstandig werken
Maak blz. 6+7 van je werkboek. Niks overslaan.
Klaar? 3* werkwoordpaard (33*) en 2* spellingsmol erbij (22*)
Klaar? Weekopdracht blz. 84 in Word en naar mij mailen :-)

Slide 18 - Slide